ECLI:NL:HR:2018:2254

Hoge Raad

Datum uitspraak
7 december 2018
Publicatiedatum
6 december 2018
Zaaknummer
17/04121
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over billijke vergoeding voor thuiskopieën en de Auteursrechtrichtlijn

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 december 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over de billijke vergoeding voor thuiskopieën, zoals geregeld in de Auteurswet. De eisers, HP Nederland B.V., Dell B.V., Imation B.V. en Fiar Consumer Electronics, hebben cassatie ingesteld tegen een eerder arrest van het gerechtshof Den Haag. Dit arrest was een bevestiging van eerdere vonnissen van de rechtbank Den Haag, waarin de vraag aan de orde was of de regeling voor thuiskopieën, zoals uitgewerkt in algemene maatregelen van bestuur (amvb's), onverbindend was wegens strijd met de Auteursrechtrichtlijn.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling de klachten van de eisers verworpen. De rechtbank en het hof hadden eerder al geoordeeld dat de regeling niet in strijd was met de Auteursrechtrichtlijn. De Hoge Raad oordeelde dat de aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de eerdere uitspraken van de lagere rechters in stand blijven.

De Hoge Raad heeft de eisers ook veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 4.408,68, te vermeerderen met de wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan. De uitspraak is openbaar gedaan door raadsheer M.V. Polak, waarbij de vicepresident E.J. Numann als voorzitter fungeerde.

Uitspraak

7 december 2018
Eerste Kamer
17/04121
TT/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. HP NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Amstelveen,
2. DELL B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
3. IMATION B.V.,
gevestigd te Hoofddorp,
4. FIAR CONSUMER ELECTRONICS FIAR C.E.,
gevestigd te Amsterdam,
EISERESSEN tot cassatie,
advocaat: mr. A.M. van Aerde,
t e g e n
1. DE STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Justitie en Veiligheid),
zetelende te Den Haag,
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. S.M. Kingma,
2. STICHTING DE THUISKOPIE,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. T. Cohen Jehoram.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als HP c.s., de Staat en Stichting De Thuiskopie.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak C/09/438914/HA ZA 13-264 van de rechtbank Den Haag van 14 januari 2015 en 10 april 2015;
b. het arrest in de zaak 200.172.388/01 van het gerechtshof Den Haag van 23 mei 2017.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof hebben HP c.s. beroep in cassatie ingesteld. De procesinleiding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staat en Stichting De Thuiskopie hebben ieder een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor Stichting De Thuiskopie mede door mr. G.J. Harryvan.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van HP c.s. heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt HP c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Staat begroot op € 854,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris en aan de zijde van Stichting De Thuiskopie begroot op € 854,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, voor elk van de verwerende partijen vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien H.P. c.s. deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren G. Snijders, C.E. du Perron, M.J. Kroeze en C.H. Sieburgh, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op
7 december 2018.