Uitspraak
gevestigd te Utrecht,
gevestigd te [plaats] ,
gevestigd te [plaats] ,
gevestigd te Székesfehérvar, Hongarije,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
De procesinleiding en het verweerschrift tevens houdende voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
3.Uitgangspunten in cassatie
De Duitse chauffeurs hebben een arbeidsovereenkomst met [verweerster 2] gesloten, de Hongaarse chauffeurs met Silo-Tank. De basisarbeidsvoorwaarden zoals neergelegd in de cao GN worden niet op de Duitse en Hongaarse chauffeurs toegepast.
Dat is echter enkel het gevolg van het feit dat voor die cao dispensatie is verleend terwijl de – ten aanzien van de charterbepaling exact gelijkluidende – en voor het overige qua inhoudelijke bepalingen vrijwel gelijkluidende cao Beroepsgoederenvervoer wel algemeen verbindend is verklaard.
Op die wijze wordt voldaan aan artikel 3 lid 8 eerste zin Detacheringsrichtlijn, zoals de bedoeling van die bepaling moet worden begrepen. In ieder geval is daarenboven sprake van dezelfde algemene rechtsgevolgen voor alle gelijksoortige ondernemingen in het betrokken geografische gebied (artikel 3 lid 8 tweede alinea Detacheringsrichtlijn) en in de betrokken beroepsgroep ten gevolge van de samenhang tussen de genoemde cao’s, omdat er geen ruimte is voor de betreffende ondernemingen zich aan de werking van (één van) de cao’s te onttrekken. Aldus is een gelijke behandeling van alle ondernemingen, zowel die uit de EU-lidstaat Nederland als die uit andere EU-lidstaten (in dit geval Duitsland en Hongarije) die in Nederland hun diensten willen aanbieden in de betreffende branche als bedoeld in artikel 1 lid 1 Detacheringsrichtlijn gegarandeerd.
“overeenkomsten of uitspraken die moeten worden nageleefd door alle ondernemingen die tot de betrokken beroepsgroep of bedrijfstak behoren en onder het territoriale toepassingsgebied van die overeenkomsten of uitspraken vallen”als bedoeld in artikel 3 lid 8 van de Detacheringsrichtlijn.
Voorts geldt dat ten aanzien van de uit de toepasselijke cao voortvloeiende verplichtingen dat richting [ [verweerster 2] ] en Silo-Tank voldaan is aan de transparantievoorwaarden, nu bedoelde verplichtingen voor [ [verweerster 2] ] en Silo-Tank in de omstandigheden van het onderhavige geval toegankelijk en duidelijk zijn (…). Dit nu zowel de bestuurder van [ [verweerster 2] ] en Silo alsook andere medewerkers […] met de betreffende cao’s bekend geacht dienen te worden, nu zij immers tevens actief zijn in Nederland binnen de relevante sector.
“op of vanaf het grondgebied van een lidstaat– zoals door FNV bepleit –, waarbij vervolgens (klaarblijkelijk) niet relevant is in welke lidstaat of lidstaten de betrokken chauffeur in het kader van de charter successievelijk zijn werkzaamheden daadwerkelijk verricht.
“lagere lonen (…) en andere arbeidsvoorwaarden (…) dan die welke gebruikelijk zijn in de plaats waar het werk tijdelijk wordt uitgevoerd”, en er wordt onder 14 (p. 11) in het kader van niet tijdelijkheid van dienstverlening gerept van
“werkzaamheden die geheel of voornamelijk op het grondgebied van deze lidstaat zijn gericht”. In onderdeel 19 (p. 13) wordt ook meermalen gerept van
“het gastland”en in onderdeel 24 (p. 15)
“van dwingende bepalingen”die
“nageleefd moeten worden door een onderneming die werknemers detacheert om in dat land tijdelijk werk te verrichten”.
“De combinatie en onderlinge samenhang van artikel 1 en 2 maken het onnodig eenlijstmet uitzonderingen[vet, hof ’s-Hertogenbosch]
op te stellen, zoals handelsreizigers, ledenvan het reizend personeel van een ondernemingdieinternationale transportdiensten vanpersonenofgoederen verzorgt(..)over de weg[vet, hof 's-Hertogenbosch] (…)”. Kortom de Detacheringsrichtlijn ziet bewust niet op de charters als in deze zaak aan de orde, doch slechts op nationaal dat wil zeggen op het grondgebied van een andere lidstaat of in elk geval overwegend op het gebied van die andere lidstaat uitgevoerde charters.
van die diensten.”, vervolgens als terug te vinden in artikel 1 lid 1 van bedoelde richtlijn (“
waarde diensten worden verricht”).
4.Beoordeling van het middel in het principale beroep
en/of
5.Beoordeling van het middel in het voorwaardelijke incidentele beroep
7.Vragen van uitleg
het verrichten van diensten (PbEG 1997, L 18/1; hierna: Detacheringsrichtlijn) aldus worden uitgelegd dat deze mede van toepassing is op een werknemer die als chauffeur werkzaam is in het internationaal wegvervoer, en zijn arbeid dus in meer dan één lidstaat verricht?
als chauffeur werkzaam is in het internationaal wegvervoer, “op het grondgebied van een Lid-Staat” ter beschikking wordt gesteld als bedoeld in art. 1 leden 1 en 3 Detacheringsrichtlijn, en of die werknemer “gedurende een bepaalde periode werkt op het grondgebied van een Lid-Staat die niet de Staat is waar die werknemer gewoonlijk werkt” als bedoeld in art. 2 lid 1 Detacheringsrichtlijn?
8.Uitlating partijen
9.Beslissing
23 november 2018.