3.1In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
( i) Bogra is een producent en leverancier van uitvaartkisten, urnen en aanverwante artikelen.
(ii) [eiser] is in 1981 in dienst getreden bij Bogra voor 37,5 uur per week. Met ingang van 2010 is de beloning van [eiser] gewijzigd van salarisgroep D1 naar E2. Het tot 1 juli 2013 verdiende salaris van [eiser] bedroeg laatstelijk € 2.429,59 bruto per maand, exclusief 8% vakantietoeslag en andere emolumenten.
(iii) Op de arbeidsovereenkomst is van toepassing de Collectieve Arbeidsovereenkomst Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven (verder: de CAO). De in de CAO opgenomen lonen zijn minimumlonen.
(iv) Art. 18 CAO ziet op ‘indeling functies’. Op grond van art. 18 lid 4 CAO kunnen geschillen over de functie-indeling uitsluitend worden voorgelegd aan een indelingscommissie van de Vakraad voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven (hierna: de Vakraad).
( v) Art. 18 lid 5 van de CAO bepaalt het volgende:
“Indien een werknemer binnen een bedrijf een functie aanvaardt waaraan een lager loon is verbonden, kan het loon in vier termijnen van zes maanden met gelijke bedragen worden aangepast, zodat de werknemer na twee jaar het loon ontvangt dat behoort bij de nieuwe functie”.
(vi) Medio 2010 heeft bij Bogra een strategische heroriëntatie plaatsgevonden, met name omdat werd voorzien dat de productiecapaciteit ontoereikend zou zijn om aan de verwachte toenemende vraag naar uitvaartkisten te voldoen, en om de kwaliteit te verbeteren. Bogra heeft het voornemen tot reorganisatie aan het voltallige personeel meegedeeld. Na enige vertraging heeft de reorganisatie eind 2011 vorm gekregen. Besloten is het accent te verleggen van een productiebedrijf naar een assemblagebedrijf. Een aantal machines is verdwenen en in de nieuwe organisatiestructuur zijn enkele functies komen te vervallen. Een en ander heeft ertoe geleid dat het personeelsbestand in de periode van begin 2012 tot begin 2013 is ingekrompen met 27 fte op een totaal van 78 fte.
(vii) Op 24 april 2013 heeft Bogra een memo ‘Loongebouw Bogra’ onder haar resterende werknemers verspreid. Daarin schrijft Bogra dat zij haar strategie heeft moeten bijstellen om een viertal redenen, waarbij – naast de ontoereikende productiecapaciteit en de beoogde verbetering van de kwaliteit – worden genoemd de wens van Bogra om zich in te dekken tegen het risico dat langlopende contracten met grote partijen niet worden verlengd en de omstandigheid dat het productieapparaat sterk verouderd is. Verder legt Bogra in dit memo een salaris-afbouwregeling voor aan medewerkers die door de reorganisatie vanuit een hogere naar een lagere functie zijn gegaan, en daarvoor nog het hogere salaris ontvangen. Deze regeling luidt als volgt:
“Uitgangspunt is dat zij beloond worden met het maximale bedrag in de juiste schaal. Hierbij zal het verschil tussen de huidige beloning en de nieuwe beloning volgens een ruime afbouwregeling worden verrekend. Hiervoor trekken wij een periode van 2 jaar uit. Hierbij zal de beloning iedere maand met een vast gedeelte gereduceerd worden. Dit gaat in op 1 juli 2013. Er wordt een marge ingesteld van 200 euro. Dit betekent dat het gedeelte van het salaris dat boven het hoogste bedrag in de betreffende salarisgroep uitkomt wordt bevroren met een maximum van 200 euro. Dit betekent dat het salaris niet meer stijgt totdat het weer in de pas loopt met de salarisschaal.”
(viii) Bij brief van 15 mei 2013 heeft Bogra aan [eiser] meegedeeld dat haar loongebouw met ingang van 1 juli 2013 zal worden aangepast, en heeft zij (onder meer) het volgende geschreven:
“Jouw huidige salaris bedraagt € 2.429,59 bruto per maand. Binnen het nieuwe loongebouw krijg jij de functie van Algemeen productiemedewerker C (zie bijlage). De maximale beloning voor deze functie bedraagt € 2.290,38. Dit betekent dat jouw huidige salaris hoger ligt dan jouw nieuwe salaris. Dit bedrag (met een maximum van € 200,00) wordt bevroren. Dit betekent dat jouw basissalaris € 2.290,38 bedraagt en dat jij een persoonlijke toeslag ontvangt van € 139,21. Het salaris gaat steeds mee met de verhogingen volgens de CAO en jouw persoonlijke toeslag wordt dan afgebouwd met eenzelfde bedrag tot het moment dat de toeslag volledig is afgebouwd.”
(ix) Van de 26 werknemers aan wie Bogra een vergelijkbare brief als die van 15 mei 2013 heeft gestuurd, hebben er 20 met de aldaar beschreven regeling ingestemd.
( x) Bij brief van 12 juni 2013 heeft [eiser] aan Bogra kenbaar gemaakt niet akkoord te gaan met de wijziging van de overeengekomen arbeidsvoorwaarden, bestaande uit het toekennen van een andere functie en verlaging van het loon. De gemachtigde van [eiser] , die ook spreekt namens andere werknemers van Bogra, heeft onder meer geschreven:
“Voor cliënten zal dit er toe leiden dat een andere functie wordt toegekend met daarbij een aanpassing c.q. verlaging van het loon. Het bedrag waarmee het loon wordt verlaagd, tot een maximaal bedrag van € 200,-, wordt bevroren. (...) Het aanpassen van het loongebouw is een wijziging van overeengekomen arbeidsvoorwaarden. Cliënten kunnen niet instemmen met deze wijziging.”
(xi) Bogra heeft bij brief van 28 juni 2013 haar standpunt gehandhaafd en meegedeeld dat indien de wijzigingen niet worden geaccepteerd, deze eenzijdig zullen worden doorgevoerd.
(xii) Naar aanleiding van een zitting bij de kantonrechter hebben partijen advies gevraagd aan de Vakraad om op grond van art. 18 lid 4 CAO te beoordelen in welke functiegroep de thans door [eiser] vervulde functie volgens de CAO moet worden ingedeeld.
(xiii) Op 3 december 2014 heeft de Vakraad hierover een bindend advies gegeven, en geoordeeld dat de werkzaamheden die [eiser] verricht, moeten worden ingeschaald in functiegroep B van de CAO. Het advies luidt, voor zover van belang:
“Op grond van de cao kan een werknemer ouder dan 24 jaar in functiegroep B met ingang van 1 juni 2012 minimaal aanspraak maken op een loon van € 1.888,08 bruto per maand bij een volledig dienstverband. Met ingang van 1 oktober 2013 een bruto maandloon van € 1.906,95 en met ingang van 1 mei 2014 een bruto maandloon van € 1.921,21 bij een volledig dienstverband.”
(xiv) Bogra heeft te kennen gegeven dat zij in afwijking van het advies van de Vakraad ten gunste van [eiser] de indeling in functiegroep C handhaaft.
(xv) Op 12 juli 2016 heeft het UWV op aanvraag van Bogra op grond van bedrijfseconomische redenen voor nog zes werknemers een ontslagvergunning verleend aan Bogra.
(xvi) Op 30 juni 2017 is Bogra in staat van faillissement verklaard met benoeming van de curator in die hoedanigheid.