ECLI:NL:HR:2018:2149

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 november 2018
Publicatiedatum
20 november 2018
Zaaknummer
18/02635
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overname tenuitvoerlegging van een in Noorwegen opgelegde straf voor drugshandel

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, van 6 juni 2018, met nummer 16/700005-18. De zaak betreft een verzoek van het Koninkrijk Noorwegen tot overname van de tenuitvoerlegging van een rechterlijke beslissing tegen de veroordeelde, die in Noorwegen is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaren en 6 maanden voor het medeplegen van de invoer van aanzienlijke hoeveelheden drugs, waaronder 229 kg hasjiesj, 40 kg marihuana, 26,6 kg amfetamine, 51611 tabletten MDMA en 640 tabletten diazepam. De Hoge Raad heeft op 20 november 2018 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep in cassatie is ingesteld door de veroordeelde zelf, vertegenwoordigd door advocaat M.G. Vos uit Utrecht.

De Rechtbank heeft in haar uitspraak klachten ontvangen van de verdediging, waaronder de klacht dat onvoldoende rekening is gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de veroordeelde, in strijd met artikel 31 van de Wet Overdracht Tenuitvoerlegging Strafvonnissen (WOTS). Daarnaast werd er geklaagd dat de Rechtbank artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht niet als toepasselijke wetsbepaling in haar beslissing heeft vermeld, in strijd met artikel 30.3 WOTS. De plaatsvervangend Advocaat-Generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de middelen van cassatie niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), geen nadere motivering, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep op 20 november 2018 verworpen, en het arrest is gewezen door vice-president J. de Hullu als voorzitter, samen met de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.T. Boerlage, in aanwezigheid van waarnemend griffier E. Schnetz.

Uitspraak

20 november 2018
Strafkamer
nr. S 18/02635 W
JHO
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, van 6 juni 2018, nummer 16/700005-18, omtrent een verzoek van het koninkrijk Noorwegen tot overname van de tenuitvoerlegging van een rechterlijke beslissing tegen:
[betrokkene], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1978.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de veroordeelde. Namens deze heeft M.G. Vos, advocaat te Utrecht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De plaatsvervangend Advocaat-Generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.T. Boerlage, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
20 november 2018.