ECLI:NL:HR:2018:2049

Hoge Raad

Datum uitspraak
6 november 2018
Publicatiedatum
5 november 2018
Zaaknummer
17/01564
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over het gebruik van een proces-verbaal van een verbalisant in een strafzaak met betrekking tot taxivervoer zonder taxameter

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 november 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam, Economische Kamer, van 15 maart 2017. De zaak betreft een verdachte die in cassatie is gegaan tegen een eerdere uitspraak. De verdachte, geboren in 1985, was betrokken bij een strafzaak die betrekking had op taxivervoer zonder het gebruik van een taxameter. De kern van de zaak draait om de vraag of het gebruik van een proces-verbaal van een verbalisant, die vier jaar na het feit als getuige is gehoord en zich het voorval slechts in grote lijnen kon herinneren, in strijd is met het recht op een eerlijk proces zoals vastgelegd in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De advocaat van de verdachte, T.E. Korff, heeft een middel van cassatie voorgesteld, maar de Advocaat-Generaal B.F. Keulen heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het middel niet tot cassatie kan leiden, omdat het geen nadere motivering behoeft en niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.

Uitspraak

6 november 2018
Strafkamer
nr. S 17/01564 E
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam, Economische Kamer, van 15 maart 2017, nummer 23/002232-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft T.E. Korff, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal B.F. Keulen heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
6 november 2018.