ECLI:NL:HR:2018:1922

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 oktober 2018
Publicatiedatum
11 oktober 2018
Zaaknummer
18/03057
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen uitspraak Centrale Raad van Beroep inzake besluiten Pensioen- en Uitkeringsraad

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van een belanghebbende tegen een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 31 mei 2018, met de nummers 17/1962 AOR, 17/2288 AOR en 18/1677 AOR. De uitspraak betreft besluiten van de Pensioen- en Uitkeringsraad, die zijn genomen op basis van de Algemene Oorlogsongevallenregeling en de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945. De Hoge Raad heeft in deze zaak te oordelen of het beroep in cassatie ontvankelijk is.

De Hoge Raad overweegt dat, ingevolge artikel 78, lid 4, van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Hoge Raad enkel kennisneemt van het beroep in cassatie tegen uitspraken van de bestuursrechter voor zover dit bij wet is bepaald. In dit geval is er geen wettelijke bepaling die het beroep in cassatie openstelt tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Hierdoor concludeert de Hoge Raad dat het beroep in cassatie niet-ontvankelijk moet worden verklaard.

Daarnaast oordeelt de Hoge Raad dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken op 12 oktober 2018, waarbij de raadsheer J. Wortel als voorzitter fungeerde, samen met de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, en in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren.

Uitspraak

12 oktober 2018
Nr. 18/03057
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de
Centrale Raad van Beroepvan 31 mei 2018, nrs. 17/1962 AOR, 17/2288 AOR en 18/1677 AOR, betreffende besluiten van de Pensioen- en Uitkeringsraad ingevolge de Algemene Oorlogsongevallenregeling en de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945.

1.Geding in cassatie

Ingevolge artikel 78, lid 4, van de Wet op de rechterlijke organisatie neemt de Hoge Raad enkel kennis van het beroep in cassatie tegen uitspraken van de bestuursrechter voor zover dit bij wet is bepaald. Er is geen wettelijke bepaling die beroep in cassatie openstelt tegen een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep als de onderhavige. Het beroep in cassatie dient derhalve niet‑ontvankelijk te worden verklaard.

2.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 12 oktober 2018.