ECLI:NL:HR:2018:1906

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 oktober 2018
Publicatiedatum
11 oktober 2018
Zaaknummer
17/04571
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over bestuurdersaansprakelijkheid en rechterswisseling in vennootschapsrecht

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gekomen, gaat het om een cassatieberoep van Feniks B.V. tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. Feniks, gevestigd te Sint Maarten, had eerder in de feitelijke instanties te maken met een geschil over bestuurdersaansprakelijkheid. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak. Het hof had op 27 juni 2017 een arrest gewezen, waartegen Feniks cassatie heeft ingesteld. De advocaat-generaal E.M. Wesseling-van Gent heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarop Feniks heeft gereageerd. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van Feniks niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt Feniks in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerder zijn begroot op nihil. Deze uitspraak is gedaan op 12 oktober 2018 en is openbaar uitgesproken door raadsheer M.V. Polak.

Uitspraak

12 oktober 2018
Eerste Kamer
17/04571
TT/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
FENIKS B.V.,
gevestigd te Sint Maarten,
gemeente Harenkarspel,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. J. van Weerden,
t e g e n
[verweerder] ,
wonende te [woonplaats] ,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Feniks en [verweerder] .

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak 102756/HA ZA 08-463 van de rechtbank te Alkmaar van 10 september 2008 en 2 september 2009;
b. de arresten in de zaak 200.044.395/01 van het gerechtshof Amsterdam van 8 maart 2011, 5 juli 2011, 27 maart 2012, 20 november 2012, 25 november 2014, 13 januari 2015 en 27 juni 2017.
Het arrest van het hof van 27 juni 2017 is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof van 27 juni 2017 heeft Feniks beroep in cassatie ingesteld. De procesinleiding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen [verweerder] is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Feniks heeft bij brief van 13 juli 2018 op die conclusie gereageerd. Feniks heeft bij brief van 25 september 2018 op die conclusie gereageerd en heeft daarbij stukken overgelegd. Reeds omdat deze brief niet door tussenkomst van een advocaat aan de Hoge Raad is toegestuurd, zal de Hoge Raad geen acht slaan op deze brief en de daarbij overgelegde stukken.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Feniks in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, T.H. Tanja-van den Broek en C.H. Sieburgh, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op
12 oktober 2018.