ECLI:NL:HR:2018:1901

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 oktober 2018
Publicatiedatum
11 oktober 2018
Zaaknummer
17/03585
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over geschil omtrent omvang en kwaliteit van overeengekomen werkzaamheden in aanneming van werk

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 oktober 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen INNOVATION DOME B.V., voorheen Procede Vastgoed B.V., en een verweerster. De zaak betreft een geschil over de omvang en kwaliteit van de overeengekomen werkzaamheden in het kader van een aanneming van werk. Procede heeft beroep in cassatie ingesteld tegen eerdere arresten van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, die op hun beurt weer voortvloeiden uit vonnissen van de rechtbank Almelo. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen en arresten voor het verloop van het geding in feitelijke instanties.

De Hoge Raad heeft de klachten van Procede in het cassatiemiddel beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad het beroep van Procede verwerpt.

Daarnaast heeft de Hoge Raad Procede veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerster zijn begroot op een totaalbedrag van € 6.575,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.

Uitspraak

12 oktober 2018
Eerste Kamer
17/03585
LZ/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
INNOVATION DOME B.V.,
voorheen Procede Vastgoed B.V.,
gevestigd te Enschede,
EISERES tot cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. P. Kuipers,
thans mr. J. de Jong van Lier,
t e g e n
[verweerster],
gevestigd te [plaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaten: mr. M.S. van der Keur en mr. D.M. de Knijff.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Procede en [verweerster].

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak 99306 ha za 09-67 van de rechtbank Almelo van 25 maart 2009 en 21 april 2010;
b. de arresten in de zaak 200.065.280 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 20 maart 2012, 1 april 2014, 1 september 2015 en 25 april 2017.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen de arresten van het hof van 20 maart 2012, 1 april 2014 en 25 april 2017 heeft Procede beroep in cassatie ingesteld. De procesinleiding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[verweerster] heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor [verweerster] toegelicht door haar advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeeld Procede in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op € 6.575,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien Procede deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, M.J. Kroeze en H.M. Wattendorff, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op
12 oktober 2018.