In deze zaak heeft [X] B.V. beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gewezen op 10 oktober 2017. Het hof had eerder uitspraak gedaan in hoger beroep op verschillende uitspraken van de Rechtbank Noord-Nederland, die betrekking hadden op de aangiften kansspelbelasting over meerdere tijdvakken van 2010 tot en met 2014. De belanghebbende, [X] B.V., heeft een middel voorgesteld in het cassatieberoep. De Staatssecretaris van Financiën heeft hierop een verweerschrift ingediend. De zaak is toegelicht door de advocaten B. Jongmans en D.G. Barmentlo.
De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet tot cassatie kan leiden. Dit werd onderbouwd met verwijzing naar artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, waarbij werd gesteld dat het middel geen rechtsvragen oproept die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft verder geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Het arrest is uitgesproken op 5 oktober 2018 door vice-president G. de Groot, samen met de raadsheren M.A. Fierstra en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, in aanwezigheid van waarnemend griffier F. Treuren.