Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
9 oktober 2018.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 oktober 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam. De verdachte had een contactadvertentie geplaatst op een datingsite, waarin het 06-nummer van de aangever werd vermeld en waarin seksuele diensten werden aangeboden. De vraag die centraal stond was of deze advertentie een smadelijk karakter had, zoals bedoeld in artikel 261 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het Gerechtshof, dat op 23 maart 2017 had geoordeeld over deze kwestie. De advocaat van de verdachte, V.A. Groeneveld, heeft een middel van cassatie voorgesteld, dat aan het arrest is gehecht. De Advocaat-Generaal A.J. Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet tot cassatie kan leiden. Dit was volgens de Hoge Raad niet nodig om nadere motivering te geven, aangezien het middel geen rechtsvragen oproept die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft.