Uitspraak
1.Geding in cassatie
2 Beoordeling van het middel
3.Slotsom
4.Beslissing
25 september 2018.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarbij de verdachte is veroordeeld voor het verlaten van de plaats van een ongeval, rijden onder invloed en rijden zonder rijbewijs. De Hoge Raad heeft op 25 september 2018 uitspraak gedaan in deze zaak, met zaaknummer 17/00105. De verdachte is door het Hof veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken voor de feiten 1 en 2, vier weken hechtenis voor feit 3, en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor een periode van vier maanden voor feit 2.
De Hoge Raad oordeelt dat de bestreden uitspraak in strijd is met artikel 359, lid 5 van het Wetboek van Strafvordering, omdat deze geen opgave bevat van de redenen die de strafoplegging hebben bepaald. Dit verzuim leidt tot nietigheid van de uitspraak, zoals bepaald in artikel 359, lid 8 van het Wetboek van Strafvordering. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging, en wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zodat deze opnieuw kan worden berecht en afgedaan.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing van de zaak. De Hoge Raad heeft het beroep voor het overige verworpen, wat betekent dat de andere onderdelen van de veroordeling in stand blijven. Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren A.J.A. van Dorst en M.J. Borgers, in aanwezigheid van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.