ECLI:NL:HR:2018:1693

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 september 2018
Publicatiedatum
19 september 2018
Zaaknummer
16/06275
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof 's-Hertogenbosch inzake gekwalificeerde diefstal met geweld en doodslag

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat op 2 november 2016 is gewezen. De verdachte, geboren in 1991, was betrokken bij een ripdeal waarbij met een vuurwapen is geschoten, wat heeft geleid tot de dood van een persoon. De Hoge Raad behandelt de middelen van cassatie die zijn ingediend door de advocaat van de verdachte, J. Boksem. De advocaat heeft twee middelen voorgesteld: het eerste betreft de verwerping van het 359a-verweer, dat betrekking heeft op het verhoor van een getuige buiten de aanwezigheid van de verdediging. Het tweede middel betreft een bewijsklacht over het medeplegen van vuurwapengeweld. De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen niet tot cassatie kunnen leiden en dat verdere motivering niet nodig is, aangezien de middelen geen rechtsvragen oproepen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep op 18 september 2018.

Uitspraak

18 september 2018
Strafkamer
nr. S 16/06275
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 2 november 2016, nummer 20/001103-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1991.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J. Boksem, advocaat te Leeuwarden, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier A. El Mokhtari, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
18 september 2018.