Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van de middelen
3.Ambtshalve beoordeling van de bestreden uitspraak
4.Slotsom
5.Beslissing
18 september 2018.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarin de verdachte A. B.V. werd beschuldigd van valsheid in geschrift. De verdachte had filets van de Japanse schar, ook wel 'yellowfin sole' genoemd, verkocht aan Italiaanse afnemers, maar op de facturen werd vermeld dat het om 'plaice' ging. Dit leidde tot beschuldigingen van valsheid in geschrift, omdat de facturen als bewijs dienden voor het soort vis dat werd verhandeld. De Hoge Raad oordeelde dat de middelen van cassatie niet tot vernietiging konden leiden, maar constateerde wel dat de redelijke termijn voor het cassatieberoep was overschreden, wat resulteerde in een vermindering van de opgelegde geldboete van € 70.000,- naar € 67.500,-. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak enkel voor wat betreft de hoogte van de geldboete en verwierp het beroep voor het overige. De uitspraak werd gedaan op 18 september 2018 door de vice-president en twee raadsheren, in aanwezigheid van de waarnemend griffier.