Uitspraak
1.Geding in cassatie
3.Ambtshalve beoordeling van de bestreden uitspraak
4.Slotsom
5.Beslissing
18 september 2018.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarbij de verdachte, bestuurder van A. B.V., is veroordeeld voor feitelijk leidinggeven aan valsheid in geschrift. De verdachte heeft filets van de Japanse schar ('yellowfin sole') verkocht, maar deze werden gefactureerd als 'plaice'. De Hoge Raad behandelt verschillende bewijsklachten met betrekking tot de valsheid van de facturen en het feitelijk leidinggeven aan de rechtspersoon. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen niet tot cassatie kunnen leiden, maar constateert dat de redelijke termijn voor het cassatieberoep is overschreden. Dit leidt tot een vermindering van de opgelegde geldboete van € 9.000,- naar € 8.550,- en de duur van de vervangende hechtenis van 80 dagen naar 77 dagen. De Hoge Raad verwerpt het beroep voor het overige en vernietigt de bestreden uitspraak enkel wat betreft de hoogte van de geldboete en de vervangende hechtenis.