Uitspraak
1.Geding in cassatie
3.Ambtshalve beoordeling van de bestreden uitspraak
4.Slotsom
5.Beslissing
18 september 2018.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarin de verdachte A. B.V. werd beschuldigd van valsheid in geschrift. De verdachte verkocht filets van verschillende vissoorten, waaronder Japanse schar en Pacifische schol, maar factureerde deze als 'schol' of 'scholle(n)'. De Hoge Raad behandelt de middelen van cassatie die door de advocaat van de verdachte, T.M.D. Buruma, zijn voorgesteld. De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben concludeert tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend voor wat betreft de strafoplegging. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen niet tot cassatie kunnen leiden, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Echter, de Hoge Raad constateert dat de redelijke termijn voor het cassatieberoep is overschreden, wat leidt tot een vermindering van de opgelegde geldboete van € 25.000,- naar € 23.750,-. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft de hoogte van de geldboete, en verwerpt het beroep voor het overige.