ECLI:NL:HR:2018:1543

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 september 2018
Publicatiedatum
11 september 2018
Zaaknummer
16/03542
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba inzake poging moord en andere strafbare feiten

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, dat op 29 juni 2016 is gewezen. De verdachte, geboren in 1989, is veroordeeld voor medeplegen van poging moord, overtreding van de Vuurwapenverordening 1930, poging doodslag, bedreiging en heling. De advocaat van de verdachte, C. Reijntjes-Wendenburg, heeft middelen van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, maar alleen wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, en tot verwerping van het beroep voor het overige. De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft geen nadere motivering, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De Hoge Raad heeft ambtshalve de bestreden uitspraak beoordeeld. De verdachte bevindt zich in voorlopige hechtenis en meer dan zestien maanden zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep. Dit leidt tot de conclusie dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het EVRM, is overschreden. Dit heeft tot gevolg dat de aan de verdachte opgelegde gevangenisstraf van achttien jaren moet worden verminderd.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad beslist om de bestreden uitspraak te vernietigen, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf. De gevangenisstraf is verminderd tot zeventien jaren en zes maanden, terwijl het beroep voor het overige is verworpen. Deze uitspraak is gedaan op 11 september 2018 door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, samen met de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en A.E.M. Röttgering, in aanwezigheid van de griffier S.P. Bakker.

Uitspraak

11 september 2018
Strafkamer
nr. S 16/03542 A
IV/AJ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, van 29 juni 2016, nummer H-137/15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft C. Reijntjes-Wendenburg, advocaat te Maastricht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, tot vermindering daarvan aan de hand van de gebruikelijke maatstaf en tot verwerping van het beroep voor het overige.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Ambtshalve beoordeling van de bestreden uitspraak

De verdachte bevindt zich in voorlopige hechtenis. De Hoge Raad doet uitspraak nadat meer dan zestien maanden zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep. Dat brengt mee dat de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM is overschreden. Dit moet leiden tot vermindering van de aan de verdachte opgelegde gevangenisstraf van achttien jaren.

4.Slotsom

Nu geen van de middelen tot cassatie kan leiden, terwijl de Hoge Raad geen andere dan de hiervoor onder 3 genoemde grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.

5.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf;
vermindert deze in die zin dat deze zeventien jaren en zes maanden beloopt;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
11 september 2018.