ECLI:NL:HR:2018:1430

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 september 2018
Publicatiedatum
4 september 2018
Zaaknummer
16/05650
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen poging woninginbraak en strafmotivering met verwijzing naar eerdere veroordeling

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 16 november 2016, waarbij de verdachte is veroordeeld voor medeplegen van poging tot woninginbraak. De Hoge Raad heeft op 4 september 2018 uitspraak gedaan in deze zaak, onder zaaknummer 16/05650. De verdachte, geboren in 1991, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat J. Kuijper. De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de middelen van cassatie niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat betekent dat er geen nadere motivering nodig is, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep op 4 september 2018 verworpen, en het arrest is gewezen door vice-president W.A.M. van Schendel, samen met de raadsheren A.L.J. van Strien en J.C.A.M. Claassens, in aanwezigheid van waarnemend griffier A. El Mokhtari.

Uitspraak

4 september 2018
Strafkamer
nr. S 16/05650
EC/DAZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 16 november 2016, nummer 23/001510-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1991.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J. Kuijper, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en J.C.A.M. Claassens, in bijzijn van de waarnemend griffier A. El Mokhtari, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
4 september 2018.