Uitspraak
gevestigd te Zevenaar,
gevestigd te Arnhem,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
- i) ED produceert Assistent Robot Manipulators (hierna: ARMen), dat zijn robotarmen bestemd voor personen die aan een rolstoel zijn gebonden en functionele beperkingen hebben aan armen, handen of vingers. Tevens voert ED onderhoud en reparaties uit aan de ARMen.
- ii) Siza is een zorgverlenende instelling. Zij heeft ARMen verstrekt aan daarvoor geïndiceerde personen (hierna: de gebruikers). De productie van die ARMen en het onderhoud daarvan werden door ED verzorgd.
- iii) Op 29 mei 1997 hebben ED en (een rechtsvoorgangster van) Siza een distributieovereenkomst gesloten, waarbij aan Siza het recht is verleend om in de Benelux exclusief op te treden als distributeur van de door ED vervaardigde ARMen.
- iv) De distributieovereenkomst is per 1 juli 2006 geëindigd door opzegging van de kant van ED bij brief van 13 mei 2005.
- v) Met betrekking tot het onderhoud van de ARMen gold tussen partijen een onderhoudscontract, genaamd: “Manuscontract”. Dit contract is in augustus 1998 gesloten tussen ED en (een rechtsvoorgangster van) Siza. Art. 2 van het Manuscontract voorziet in standaard onderhoud aan de in art. 1 aangewezen (eerste) productieserie ARMen en bijbehorende apparatuur. Dit onderhoud zou ingevolge art. 3 jaarlijks, gedurende vijf jaar tegen een vast tarief door ED worden uitgevoerd.
- vi) Namens Siza is bij brief van 4 juli 2006 het Manuscontract opgezegd met onmiddellijke ingang, althans per 1 januari 2007.
- vii) ED heeft daarop een kort geding tegen Siza aangespannen, naar aanleiding waarvan partijen op 19 juli 2006 een vaststellingsovereenkomst hebben gesloten (hierna: de vaststellingsovereenkomst). Volgens art. 8 van de vaststellingsovereenkomst zouden de accountants van partijen onderling bepalen welke vorderingen er per 31 december 2005 tussen partijen bestonden, maar de accountants konden deze opdracht niet uitvoeren wegens onenigheid van partijen over de daarbij te hanteren uitgangspunten. Voor de periode vanaf 1 januari 2006 bevat de vaststellingsovereenkomst afspraken over betalingen door Siza en over een onderhoudsschema, waarin voor iedere ARM een tijdstip valt te lezen waarop deze voor het standaard onderhoud aan ED zou worden aangeboden.
- viii) Op 17 augustus 2007 heeft ED aan Siza meegedeeld dat zij de vaststellingsovereenkomst buitengerechtelijk ontbindt wegens door Siza gepleegde wanprestatie. In een kort gedingvonnis van 21 november 2007 is ED onder meer veroordeeld om de vaststellingsovereenkomst na te komen.
- ix) ED heeft bij brief van 23 november 2007 het Manuscontract opgezegd tegen 1 juni 2008.
De vordering van ED tot betaling van onderhoudstermijnen is daarom naar het oordeel van het hof niet toewijsbaar voor zover het gaat om onderhoudstermijnen voor die 23 ARMen. Het hof heeft daarover in het tussenarrest overwogen:
4.Beslissing
6 juli 2018.