ECLI:NL:HR:2018:1060

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 juli 2018
Publicatiedatum
2 juli 2018
Zaaknummer
16/06109
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen poging woninginbraak en falende bewijsklacht

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag, waarin de verdachte is veroordeeld voor medeplegen van poging tot woninginbraak. De Hoge Raad heeft op 3 juli 2018 uitspraak gedaan in deze zaak, onder zaaknummer 16/06109. De verdachte heeft in cassatie aangevoerd dat het bewijs voor het medeplegen van de poging tot woninginbraak niet voldoende was. De Advocaat-Generaal, G. Knigge, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, omdat het middel niet tot cassatie kan leiden. De Hoge Raad oordeelt dat het Gerechtshof kennelijk heeft geoordeeld dat de handelingen van de verdachte en zijn medeverdachten het karakter droegen van een gezamenlijk ondernomen poging, wat niet onbegrijpelijk is gezien de vaststellingen van het Hof en de proceshouding van de verdachte. De Hoge Raad verwerpt het beroep, zonder dat verdere motivering nodig is, omdat het middel geen rechtsvragen oproept die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

3 juli 2018
Strafkamer
nr. S 16/06109
ABO
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 12 december 2016, nummer 22/004181-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1983.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft M. Berndsen, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
3 juli 2018.