2.2.Het bestreden arrest houdt – voor zover voor de beoordeling in cassatie van belang – met betrekking tot de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel in:
"De vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel
De veroordeelde is bij arrest van dit hof van 29 november 2013 (parketnummer 21-005985-13) ter zake van oplichting en medeplegen van poging tot oplichting veroordeeld tot straf.
Uit het strafdossier en bij de behandeling van de vordering ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken dat veroordeelde uit het bewezenverklaarde handelen en uit andere strafbare feiten financieel voordeel heeft genoten.
(...)
Schatting van het genoten voordeel
Aan de inhoud van wettige bewijsmiddelen ontleent het hof de schatting van het wederrechtelijk voordeel op een bedrag van € 456.019,22. Het hof komt als volgt tot deze schatting.
Bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt aansluiting gezocht bij het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel kasopstelling.1 Voor zover het hof de conclusies van dat proces-verbaal overneemt, zijn deze aan de hand van de onderliggende stukken door het hof gecontroleerd en juist bevonden.
In het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel is de volgende kasopstelling gemaakt:
1. Beginsaldo 0
2. Legale contante ontvangsten
Bankopnamen € 13.244,25
Omzet uit eigen bedrijf € 43.088,-
Legale contante ontvangsten € 56.332,25
Eindsaldo contant geld € 6.150,-
Beschikbaar voor het doen van uitgaven € 50.182,25
3. Uitgaven
Contante stortingen € 200.773,12
Moneytransfers € 9.919,-
Levensonderhoud € 58.665,31
Aanschaf gebruiksgoederen (o.a. prostituees) € 70.989,45
Vakanties € 20.750,67
Voertuigen € 77.928,68
Investering hydroshop € 5.318,57
Overige contante uitgaven (o.a. cocaïne) € 15.360,-
Witwassen van guldens € 41.616,18
Totaal contante uitgaven € 561.320,99
4. Verschil (meer uitgaven dan legaal mogelijk) € 511.138,73
Het hof volgt deze berekening maar brengt hier evenals de rechtbank een aantal bedragen op in mindering. (...)
Het hof merkt ten aanzien van de contante stortingen ter hoogte van € 200.773,12 op dat volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad uit het enkele storten van contante bedragen niet het wederrechtelijk verkregen voordeel kan worden afgeleid. In deze zaak is het hof van oordeel dat door de veroordeelden wel daadwerkelijk voordeel is genoten, aangezien de veroordeelden het geld ook voor zichzelf hebben besteed.
In totaal brengt het hof een bedrag van € 45.119,51 in mindering op het bedrag, genoemd in de kasopstelling. Daarnaast gaat het hof (...) uit van een beginsaldo van € 10.000,-.
Het totaal aan wederrechtelijk verkregen voordeel komt derhalve op € 456.019,22.
De verplichting tot betaling aan de Staat
Evenals de rechtbank zal het hof het wederrechtelijk verkregen voordeel bij helfte aan ieder van de beide veroordeelden in deze zaak toerekenen. Aanwijzingen voor een andere verdeling ontbreken. Op grond daarvan zal het hof de aan veroordeelde op te leggen verplichting tot betaling aan de Staat stellen op een bedrag van € 228.009,61.
Voetnoot
1 Het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 1], financieel rechercheur van Politie Midden-Nederland opgemaakt proces-verbaal 'rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel kasopstelling', genummerd 1304020947.RAP, gedateerd 23 augustus 2013."
2.3.1.De titel van het in voetnoot 1 van het bestreden arrest vermelde proces-verbaal luidt voluit "Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel kasopstelling ex artikel 36e 3e lid Sr".
2.3.2.In de met deze ontnemingsprocedure verband houdende strafzaak is in hoger beroep ten laste van de betrokkene bewezenverklaard dat deze zich heeft schuldig gemaakt aan – kort gezegd – oplichting in de periode van 1 januari 2012 tot en met 11 december 2012 en medeplegen van poging tot oplichting in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 11 december 2012.