Uitspraak
de Staatssecretaris van Financiëntegen de uitspraak van het
Gerechtshof ’s‑Hertogenboschvan 3 april 2014, nrs. 13/00715 tot en met 13/00724, op het hoger beroep van
de erven van [A]te
[Z], België(hierna: belanghebbenden) tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nrs. AWB 12/1205 tot en met 12/1214) betreffende de aan [A] (hierna: erflater) over de jaren 1998 tot en met 2005 opgelegde navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, de over de jaren 1999 en 2000 opgelegde navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting, alsmede de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.