ECLI:NL:HR:2017:864

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 mei 2017
Publicatiedatum
12 mei 2017
Zaaknummer
16/00690
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid belastingadviseur en berekening van inkomstenbelastingschade in cassatie

In deze zaak heeft ABAB Accountants B.V. cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. Het hof had eerder in een geschil over de aansprakelijkheid van een belastingadviseur en de berekening van de inkomstenbelastingschade geoordeeld. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank 's-Hertogenbosch en het arrest van het hof, die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in het cassatieberoep zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat betekent dat er geen verdere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Aangezien het principale beroep faalt, komt het voorwaardelijk incidentele beroep niet aan de orde. De Hoge Raad verwerpt het principale beroep en veroordeelt ABAB in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 4.228,34, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.

Uitspraak

12 mei 2017
Eerste Kamer
16/00690
TT/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
ABAB ACCOUNTANTS B.V.,
gevestigd te Best,
EISERES tot cassatie, verweerster in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. J.H.M. van Swaaij,
t e g e n
1. [verweerder 1],
wonende te [woonplaats],
2. [verweerster 2],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie, eisers in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. A.C. van Schaick.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als ABAB en [verweerder] c.s.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 227488/HA ZA 11-467 van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 1 juni 2011 en 28 december 2011 en van de rechtbank Oost-Brabant van 13 maart 2013;
b. het arrest in de zaak 200.131.098/01 van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 27 oktober 2015.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft ABAB beroep in cassatie ingesteld. [verweerder] c.s. hebben voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. De cassatiedagvaarding en de conclusie van antwoord tevens houdende voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor ABAB mede door mr. J.M. Moorman.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van ABAB heeft bij brief van 31 maart 2017 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel in het principale beroep

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Nu het middel in het principale beroep faalt, komt het voorwaardelijk ingestelde incidentele beroep niet aan de orde.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het principale beroep;
veroordeelt ABAB in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] c.s. begroot op € 2.028,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien ABAB deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en C.E. du Perron, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
12 mei 2017.