ECLI:NL:HR:2017:84

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 januari 2017
Publicatiedatum
26 januari 2017
Zaaknummer
15/05220
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen naheffingsaanslag belasting van personenauto's en motorrijwielen

In deze zaak heeft de Staatssecretaris van Financiën beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 29 september 2015, nr. 15/00071. Dit hoger beroep was ingesteld tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 14/3266) betreffende een opgelegde naheffingsaanslag in de belasting van personenauto's en motorrijwielen aan belanghebbende, een besloten vennootschap. De Hoge Raad heeft op 27 januari 2017 uitspraak gedaan in deze cassatiezaak, geregistreerd onder nummer 15/05220.

De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Het middel dat door de Staatssecretaris was voorgesteld, faalde op de gronden die zijn vermeld in een eerder arrest van de Hoge Raad in de zaak met nummer 15/02273. Dit arrest is aan het huidige arrest gehecht in geanonimiseerde vorm. De Hoge Raad heeft de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op € 1485 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Tevens is er een griffierecht van € 497 opgelegd aan de Staatssecretaris.

De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan door vice-president J.A.C.A. Overgaauw, bijgestaan door de raadsheren E.N. Punt, P.M.F. van Loon, L.F. van Kalmthout en M.E. van Hilten, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski.

Uitspraak

27 januari 2017
Nr. 15/05220
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
de Staatssecretaris van Financiëntegen de uitspraak van het
Gerechtshof Arnhem-Leeuwardenvan 29 september 2015, nr. 15/00071, op het hoger beroep van de Inspecteur tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 14/3266) betreffende een aan
[X] B.V.te
[Z](hierna: belanghebbende) opgelegde naheffingsaanslag in de belasting van personenauto's en motorrijwielen.

1.Geding in cassatie

De Staatssecretaris heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij één middel voorgesteld.
Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

2.Beoordeling van het middel

Het middel faalt op de gronden die zijn vermeld in het heden in de zaak met nummer 15/02273 uitgesproken arrest van de Hoge Raad, waarvan een geanonimiseerd afschrift aan dit arrest is gehecht.

3.Proceskosten

De Staatssecretaris zal worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verklaart het beroep in cassatie ongegrond, en
veroordeelt de Staatssecretaris van Financiën in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 1485 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren E.N. Punt, P.M.F. van Loon, L.F. van Kalmthout en M.E. van Hilten, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 27 januari 2017.
Van de Staatssecretaris van Financiën wordt een griffierecht geheven van € 497.