Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant 001, brigadier van politie, gesloten op 24 maart 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (blz. 24):
Op 23 maart 2014 is met gebruikmaking van een machtiging tot binnentreden van een woning ter aanhouding van de verdachte [verdachte] en ter doorzoeking op grond van de Wet wapens en munitie het pand [1] aan de [a-straat] te Rotterdam betreden. Naar aanleiding van de vordering tot uitlevering van een of meerdere vuurwapens aan de verdachte, had deze meegedeeld dat hij in het bezit was van een miniatuurpistool, welke zou liggen in de rechterla in de keuken van het pand. Na controle van deze keukenlade werd hierin aangetroffen een zogenaamd miniatuurpistool. Tevens werd in deze lade een gripzakje met 35 a 40 roze pillen, vermoedelijke XTC, gevonden. Het miniatuurpistool en de pillen zijn inbeslaggenomen.
2. Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant 017, gesloten op 23 maart 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (blz. 29):
Op 23 maart 2015 heb ik ten behoeve van een later in te stellen technisch onderzoek een (vuur)wapen veiliggesteld. Het was mij bekend dat dit wapen die dag in beslag genomen was op de locatie [a-straat 1] te Rotterdam.
Ik zag dat het (vuur)wapen in een houten doosje lag. Tevens zag ik dat er in het doosje nog meer onderdelen lagen, die kennelijk bij dit (vuur)wapen hoorde.
4. Een proces-verbaal onderzoek vuurwapen, opgemaakt door verbalisant 21, brigadier van politie, vakspecialist bureau Wapens, Munitie en explosieven, gesloten op 25 maart 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (blz. 30 e.v.):
Op verzoek van collega 5, brigadier van politie, heb ik het op 23 maart 2014 in een woning, gelegen [a-straat 1] (het hof begrijpt: [1] ) te Rotterdam, aangetroffen en inbeslaggenomen voorwerpen onderzocht.
Bij dit onderzoek dat ik heb uitgevoerd op dinsdag 25 maart 2014 heb ik gezien dat het voorwerp is een enkelschots penvuur pistool van het merk: Berloque, kaliber: 2mm penvuur. Het pistool is aan het einde van de loop voorzien van schroefdraad dat bestemd is voor de montage van een zogenaamde schietbeker.
Dit pistool is bestemd en geschikt om projectielen door een loop af te schieten en de werking berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing.
Derhalve is dit pistool een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3° gelet op artikel 2, lid 1, categorie III, onder 1° van de Wet wapens en munitie.
Het vuurwapen valt niet onder categorie II, onder 2°, 3° of 6° van de Wet wapens en munitie. Tijdens het afvuren van proefschoten functioneerde het pistool goed.
Bij dit onderzoek heb ik gezien dat de voorwerpen zijn, een vijftal (5) zogenaamde schietbekers te monteren en te gebruiken op/met het enkelschots penvuur pistool van het merk: Berloque. kaliber: 2mm penvuur.
In 1998 stelde de Werkgroep Advies Wet Wapens en Munitie, zich mede baserend op het arrest (8 februari 1966, no:63256), dat een gas-/alarmpistool met een schietbeker moet worden gezien als een vuurwapen in de zin van artikel 1, lid 3 van de Wet Wapens en Munitie. De betreffende schietbeker moet worden aangemerkt als een loop in de zin van dit artikel.
Derhalve zijn, mede gelet op artikel 3, 1e lid van de Wet wapens en munitie, de bepalingen met betrekking tot een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3°, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III onder 1° van de Wet wapens en munitie, van toepassing op deze schietbekers.
Bij dit onderzoek heb ik gezien dat de voorwerpen zijn, veertien (14) pyrotechnische patronen met siereffect. Het feit dat gas/alarmpistolen met een schietbeker gezien worden als een vuurwapen met een loop betekent dat de pyrotechnische patronen voor deze wapens moeten worden gezien als munitie in de zin van artikel 1, lid 4 van de Wet Wapens en munitie. Derhalve zijn deze pyrotechnische patronen munitie in de zin van artikel 1, onder 4° gelet op artikel 2, lid 2, categorie III van de Wet wapens en munitie.
Bij dit onderzoek heb ik gezien dat de voorwerpen zijn, zeventien (17) penvuur knalpatronen van het kaliber: 2mm.
Deze penvuur knalpatronen zijn geladen met een bepaalde hoeveelheid slaggas en genereren een zodanige gasdruk om projectielen of stoffen af te schieten.
In de praktijk zijn deze knalpatronen bewezen krachtig genoeg te zijn om een daartoe aangebracht projectiel of een stof door middel van een vuurwapen af te schieten. Bedoelde knalpatronen kunnen daarom worden aangemerkt als munitie in de zin van de Wet Wapens en munitie.
Derhalve zijn deze knalpatronen munitie in de zin van artikel 1, onder 4° gelet op artikel 2, lid 2, categorie III van de Wet wapens en munitie.
Bij dit onderzoek heb ik gezien dat de voorwerpen zijn, twee (2) penvuur kogelpatronen van het kaliber: 2mm. Deze penvuur kogelpatronen zijn van origine penvuur knalpatronen van het kaliber: 2cm, deze zijn voorzien van een projectiel. Derhalve zijn deze samengestelde kogelpatronen munitie in de zin van artikel 1, onder 4° gelet op artikel 2, lid 2, categorie III van de Wet wapens en munitie."