ECLI:NL:HR:2017:578

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 april 2017
Publicatiedatum
3 april 2017
Zaaknummer
15/04693
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen veroordeling van deelname aan criminele organisaties in het kader van terroristische misdrijven

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag. De zaak betreft de veroordeling van een lid van de Tamil Tijgers (LTTE) wegens deelname aan een internationale criminele organisatie en een nationale criminele organisatie (TCC) die zich bezighoudt met het plegen van terroristische misdrijven. De Hoge Raad heeft op 4 april 2017 uitspraak gedaan in deze zaak, met zaaknummer 15/04693.

De veroordeling was gebaseerd op de deelname aan een organisatie die betrokken is bij terroristische activiteiten in het kader van een niet-internationaal gewapend conflict op Sri Lanka. De middelen die in cassatie zijn aangevoerd, waren gericht tegen de vrijspraak van deelname aan een nationale criminele organisatie die tot doel had afpersing te plegen, alsook tegen de vrijspraak van opruiingsfeiten en de opgelegde straf.

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de aangevoerde middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat inhoudt dat de middelen geen nadere motivering behoeven omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep dan ook verworpen, waarmee de eerdere veroordeling in stand blijft.

Uitspraak

4 april 2017
Strafkamer
nr. S 15/04693
IV
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 30 april 2015, nummer 22/005123-11, in de strafzaak tegen:
[S. R.], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1964.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof. Deze heeft bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien en M.J. Borgers, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
4 april 2017.