De bestreden uitspraak bevat ten aanzien van de strafoplegging onder meer de volgende beslissingen:
"Het hof:
(...)
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) dagen.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 238 (tweehonderdachtendertig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 3 (drie) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering, van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Stelt, als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde verplicht is zich gedurende de volledige proeftijd op nader te bepalen dagen en tijdstippen te melden bij de Stichting Reclassering Nederland aan de Bezuidenhoutseweg 179 te Den Haag, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich gedurende de volledige proeftijd onder behandeling zal stellen van de forensische polikliniek De Waag of een soortgelijke instelling, op de tijden en plaatsen als door of namens die instelling vast te stellen, teneinde zich te laten behandelen door middel van de training seksuele daders.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde vóór het einde van de proeftijd een geldbedrag van (in totaal) € 7.500,00 zal storten op rekeningnummer NL30INGB0000003166 ten name van Defence for Children International Nederland te Leiden en dat hij op eerste verzoek het/de bewijsstuk(ken) van die storting(en) zal doen toekomen aan Reclassering Nederland, unit Zuid-West, en/of aan de advocaat-generaal bij het ressortsparket te Den Haag.
Geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden."