Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
3.Slotsom
4.Beslissing
7 maart 2017.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam, waarbij de verdachte vrijgesproken is van een overtreding van artikel 197 van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad heeft op 7 maart 2017 uitspraak gedaan in deze zaak, die het nummer 16/01808 draagt. De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 2 tenlastegelegde en de strafoplegging. De zaak is terugverwezen naar het Gerechtshof Amsterdam voor herbehandeling.
De Hoge Raad oordeelt dat het oordeel van het Hof dat het inreisverbod evident in strijd is met de Terugkeerrichtlijn, ontoereikend is gemotiveerd. Dit oordeel is gebaseerd op eerdere uitspraken van de Hoge Raad, waaronder ECLI:NL:HR:2017:239. De zaak heeft betrekking op de toepassing van de Terugkeerrichtlijn, die gemeenschappelijke normen en procedures vastlegt voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal in de EU verblijven.
De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak voor zover deze betrekking heeft op de vrijspraak van het onder 2 tenlastegelegde en de strafoplegging, en wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Amsterdam, zodat deze opnieuw kan worden berecht en afgedaan. Dit arrest is gewezen door de vice-president en twee raadsheren, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.