ECLI:NL:HR:2017:355

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 maart 2017
Publicatiedatum
2 maart 2017
Zaaknummer
16/06289
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens gebreke aan informatie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 maart 2017 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie met nummer 16/06289. De zaak betreft de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie van de belanghebbende. De griffier van de Hoge Raad heeft de belanghebbende op 9 januari 2017 per aangetekende brief verzocht om binnen vier weken een afschrift van de bestreden uitspraak over te leggen. Dit verzoek was noodzakelijk om te kunnen beoordelen waar het geschil precies over ging. Echter, de belanghebbende heeft nagelaten aan dit verzoek te voldoen, waardoor het voor de Hoge Raad niet mogelijk was om te bepalen waarop het geschil betrekking had.

Gelet op deze omstandigheden heeft de Hoge Raad besloten het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren. Dit betekent dat de Hoge Raad niet verder ingaat op de inhoud van de zaak, omdat de noodzakelijke informatie ontbreekt. Daarnaast heeft de Hoge Raad geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, wat inhoudt dat de kosten van de procedure niet worden verhaald op de belanghebbende. De uitspraak is gedaan door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, samen met de raadsheren Th. Groeneveld en A.F.M.Q Beukers-van Dooren, en is openbaar uitgesproken op de genoemde datum.

Uitspraak

3 maart 2017
Nr. 16/06289
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende).

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 9 januari 2017, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres, verzocht binnen vier weken na de dagtekening van deze brief een afschrift van de bestreden uitspraak over te leggen.
Belanghebbende is evenwel in gebreke gebleven aan dat verzoek te voldoen.
Nu het niet mogelijk is te bepalen waarop het geschil betrekking heeft, zal de Hoge Raad het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en A.F.M.Q Beukers-van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 3 maart 2017.