Uitspraak
wonende te [woonplaats],
gevestigd te Oldenzaal,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
De cassatiedagvaarding en de conclusie van antwoord tevens houdende voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
3.Uitgangspunten in cassatie
- i) Street-One maakt deel uit van het CBR-concern, dat een aantal kledingmerken exploiteert, waaronder het merk STREET ONE. CBR en de tot haar concern behorende ondernemingen sluiten overeenkomsten met zelfstandige ‘partners’/retailers, die de kleding verkopen in door CBR ontwikkelde winkelconcepten. Een van deze winkelconcepten is de ‘store’: een winkel met een door CBR ontworpen inrichting, waarin uitsluitend één van de CBR-merken wordt verkocht.
- ii) Op 10 augustus 2010 heeft Street-One met [eiser] overeenkomsten voor de duur van vijf jaar gesloten met betrekking tot een ‘store’ te Wijchen, waaronder een POS-overeenkomst (POS staat voor Point Of Sale) betreffende de levering van merkkleding van Street-One aan [eiser] en diens recht op verkoop daarvan in de winkel te Wijchen. Daaraan voorafgaand had Street-One prognoses voor de exploitatie van de winkel aan [eiser] verstrekt. De winkel is op 2 september 2010 geopend.
- iii) Op 8 en 31 maart 2011 en 1 mei 2011 hebben partijen overeenkomsten gesloten met betrekking tot een Street-One winkel in Barneveld, met gelijke inhoud als de overeenkomsten met betrekking tot de winkel in Wijchen. Ook voor deze winkel zijn vooraf prognoses door Street-One aan [eiser] verstrekt. De winkel is medio april 2011 geopend.
- iv) Bij brieven van 15 maart 2011 en 1 juli 2011 heeft (de toenmalige advocaat van) [eiser] aan Street-One geschreven dat de door Street-One verstrekte prognoses voor de winkel in Wijchen onjuist waren. [eiser] heeft Street-One in gebreke gesteld voor het niet-nakomen van haar zorgplicht om hem te adviseren en te ondersteunen en Street-One aansprakelijk gesteld voor de schade die hij daardoor heeft geleden en zal lijden.
- v) Bij brief van 16 januari 2012 heeft [eiser] de POS-overeenkomst voor de winkel in Wijchen buitengerechtelijk vernietigd dan wel ontbonden. Bij brief van 12 april 2012 heeft hij datzelfde gedaan voor de winkel in Barneveld.
4.Beoordeling van het middel in het principale beroep
5.Beoordeling van het middel in het voorwaardelijk incidentele beroep
6.Beslissing
24 februari 2017.