ECLI:NL:HR:2017:2870

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 november 2017
Publicatiedatum
14 november 2017
Zaaknummer
16/01833
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Falende klacht over niet responderen op strafmaatverweer in cassatie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 november 2017 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag, dat op 25 maart 2016 werd gewezen. De verdachte, geboren in 1992, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat N. Roos uit Rotterdam. De advocaat heeft een middel van cassatie voorgesteld, dat aan het arrest is gehecht. De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet tot cassatie kan leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), dat stelt dat een nadere motivering niet nodig is wanneer het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de beslissing van het Gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting en is gewezen door de vice-president J. de Hullu, samen met de raadsheren Y. Buruma en M.J. Borgers, in aanwezigheid van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg.

Uitspraak

14 november 2017
Strafkamer
nr. S 16/01833
ABO
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 25 maart 2016, nummer 22/004598-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft N. Roos, advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
14 november 2017.