Uitspraak
gevestigd te Beekbergen,
gevestigd te Nunspeet,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
10 november 2017.
Hoge Raad
In deze zaak heeft DroomPark Bad Hoophuizen B.V. cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het hof had eerder in zijn arrest van 28 juni 2016 geoordeeld over de uitleg van voorwaarden in een koopovereenkomst met betrekking tot een recreatiepark, specifiek over de verschuldigdheid van nabetaling. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Gelderland en het arrest van het hof, die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de klachten van DroomPark in het cassatiemiddel beoordeeld. De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink was dat het cassatieberoep moest worden verworpen. De Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd en geoordeeld dat de klachten niet tot cassatie konden leiden. Dit was volgens de Hoge Raad niet nodig, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van DroomPark verworpen en hen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 3.056,34, inclusief verschotten en salaris voor de advocaat. De uitspraak is openbaar gedaan op 10 november 2017.