ECLI:NL:HR:2017:2810

Hoge Raad

Datum uitspraak
7 november 2017
Publicatiedatum
7 november 2017
Zaaknummer
17/01263
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gekwalificeerde doodslag en diefstal met geweld bij overvallen op bejaarde bewoners

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag, dat op 13 december 2016 werd gewezen. De verdachte, geboren in 1976, was betrokken bij overvallen op woningen waarvan de bewoners hoogbejaard waren. De Hoge Raad behandelt de klachten van de verdachte over de beslissing van het Hof met betrekking tot het verweer op basis van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering, de motivering van de verwerping van enkele uitwerkings- en onderbouwingsstukken (uos), en het bewijs van het oogmerk zoals bedoeld in artikel 288 van het Wetboek van Strafrecht. De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen niet tot cassatie kunnen leiden, en dat dit geen nadere motivering behoeft, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep op 7 november 2017, en het arrest is uitgesproken door de vice-president en twee raadsheren, in aanwezigheid van de waarnemend griffier.

Uitspraak

7 november 2017
Strafkamer
nr. S 17/01263
ES
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 13 december 2016, nummer 22/005417-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft R.J. Baumgardt, advocaat te Rotterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
7 november 2017.