ECLI:NL:HR:2017:2798

Hoge Raad

Datum uitspraak
31 oktober 2017
Publicatiedatum
31 oktober 2017
Zaaknummer
16/01847
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zware mishandeling tijdens caféruzie met glas

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 23 maart 2016 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1992. De verdachte was betrokken bij een caféruzie waarbij hij een glas in het gezicht van een ander gooide, wat leidde tot zware mishandeling volgens artikel 302 van het Wetboek van Strafrecht. De verdediging stelde dat het Hof de kwalificatie van het bewezenverklaarde feit als 'zware mishandeling' onterecht had vastgesteld, aangezien het Hof de verdachte had vrijgesproken van zowel het primair als subsidiair tenlastegelegde feit van zware mishandeling en poging tot zware mishandeling.

De Hoge Raad, in zijn arrest van 31 oktober 2017, heeft de middelen van cassatie van de verdachte beoordeeld. De advocaat van de verdachte, J.C. Reisinger, had middelen van cassatie voorgesteld, terwijl de benadeelde partij werd vertegenwoordigd door advocaat B. Pernot. De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld concludeerde tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat de middelen niet tot cassatie konden leiden en dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van de verdachte, waarmee de uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, samen met de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

31 oktober 2017
Strafkamer
nr. S 16/01847
AKA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 23 maart 2016, nummer 21/002077-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J.C. Reisinger, advocaat te Utrecht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Namens de benadeelde partij heeft B. Pernot, advocaat te Wijchen, een verweerschrift ingediend.
De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
31 oktober 2017.