ECLI:NL:HR:2017:2522

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 september 2017
Publicatiedatum
29 september 2017
Zaaknummer
16/04293
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over ruilovereenkomst van grondstukken met gemeente en bestemmingsplan

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 september 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door eisers, [eiser 1] en [eiseres 2], tegen de Gemeente Nuth. De zaak betreft een ruilovereenkomst van grondstukken met de gemeente en de vaststelling van een bestemmingsplan ter uitvoering van die overeenkomst. De eisers hebben eerder in de feitelijke instanties, waaronder de rechtbank Maastricht en het gerechtshof 's-Hertogenbosch, hun gelijk niet gekregen. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen en arresten die aan deze zaak ten grondslag liggen.

De eisers hebben beroep in cassatie ingesteld tegen de arresten van het hof, waarbij de gemeente heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot heeft in zijn conclusie geadviseerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de eisers in hun cassatieberoep voor het arrest van 22 juli 2014 en voor het overige tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft de klachten van de eisers in het cassatiemiddel niet gegrond verklaard. De Hoge Raad oordeelt dat de aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die zijn begroot op € 856,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Uitspraak

29 september 2017
Eerste Kamer
16/04293
LZ/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [eiser 1],
2. [eiseres 2],
beiden wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. R.T. Wiegerink,
t e g e n
de GEMEENTE NUTH,
zetelende te Nuth,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaten: mr. C.J.A. Seinen en mr. D.M. de Knijff.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en de gemeente.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 168230/HA ZA 12-31 van de rechtbank Maastricht van 14 maart 2012 en de rechtbank Limburg van 10 juli 2013;
b. de arresten in de zaak HD 200.137.857/02 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 22 juli 2014, 10 november 2015 en 10 mei 2016.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen de arresten van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De gemeente heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van eisers in hun cassatieberoep van het arrest van 22 juli 2014 en voor het overige tot verwerping.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de gemeente begroot op € 856,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, G. Snijders en C.E. du Perron, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
29 september 2017.