ECLI:NL:HR:2017:2516

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 september 2017
Publicatiedatum
28 september 2017
Zaaknummer
16/04888
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen uitspraak over geheven leges door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de erven van [A] tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 18 augustus 2016, waarin de rechtbank zich uitsprak over de leges die aan de belanghebbenden waren opgelegd. De belanghebbenden, vertegenwoordigd door mr. G.J.M.E. de Bont, hebben beroep in cassatie ingesteld tegen deze uitspraak. Het dagelijks bestuur van de Belastingsamenwerking West-Brabant heeft een verweerschrift ingediend. De Hoge Raad heeft de middelen van de belanghebbenden beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft ook geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Het arrest is uitgesproken door vice-president R.J. Koopman, samen met de raadsheren J. Wortel en Th. Groeneveld, en in het openbaar gedaan op 29 september 2017.

Uitspraak

29 september 2017
Nr. 16/04888
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
De erven van [A]te
[Z](hierna: belanghebbenden) tegen de uitspraak van de
Rechtbank Zeeland-West-Brabantvan 18 augustus 2016, nr. BRE 16/648, betreffende de ten aanzien van belanghebbenden geheven leges.

1.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank beroep in cassatie ingesteld.
Het dagelijks bestuur van de Belastingsamenwerking West-Brabant heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft de zaak doen toelichten door mr. G.J.M.E. de Bont, advocaat te Amsterdam.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 29 september 2017.