2.2.1.Het door het Hof bevestigde vonnis van de Rechtbank houdt met betrekking tot de bewijsvoering het volgende in:
"De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
- OHRA Levensverzekeringen NV heeft op 11 februari 2011 een bedrag van € 127.611,88 overgemaakt naar rekeningnummer [0001] . Dat bedrag betrof de vrijgevallen verzekeringssom van de lijfrenteverzekering van [betrokkene 1] .
- Op 15 februari 2011 heeft OHRA Levensverzekeringen NV een bedrag van € 156.267,41 overgemaakt naar rekeningnummer [0001] . Dat betrof de vrijgevallen verzekeringssom van de lijfrenteverzekering van [betrokkene 2] .
- Het rekeningnummer [0001] staat op naam van [betrokkene 3] .
- Na de storting van € 127.611,88 op 11 februari 2011 op rekening [0001] , is er vanuit het IP adres [0002] te België opdracht gegeven tot twee overboekingen vanaf die rekening, namelijk een overboeking om 18.38 uur van € 22.000, - naar rekeningnummer [0003] en een overboeking om 18.47 uur van € 27.950,- naar rekeningnummer [0004] .
- Het IP-adres [0002] staat op naam van [betrokkene 4] , [a-straat 1] , [...] Sint-Job-in-'t Goor .
- In de periode van 11 februari t/m 14 februari 2011 is een totaalbedrag van € 52.000,- van de ING-rekening [0001] bij pinautomaten in Zevenaar, Didam, Duiven en Arnhem respectievelijk het casino in Nijmegen contant opgenomen.
- Op 14 februari 2011 is vanaf het IP-adres [0005] een geldbedrag van € 9.000,- van de rekening [0001] naar de rekening [0004] overgeboekt. Het IP-adres is van [betrokkene 5] , wonende aan de [b-straat 1] te Zevenaar .
- Vanaf rekeningnummer [0004] is er in de periode van 11 februari 2011 tot en met 14 februari 2011 een totaalbedrag van € 16.500,- bij pinautomaten in Duiven, Arnhem en Zevenaar, respectievelijk het casino in Nijmegen, contant opgenomen.
- Op 14 februari 2011 heeft er een overboeking van € 10.500,- plaatsgevonden van rekening [0004] naar rekeningnummer [0006] .
- Ten laste van rekeningnummer [0006] is op 14 februari 2011 bij een filiaal van de Rabobank in Zevenaar een bedrag van € 5.000,- contant opgenomen.
- Van de bankrekening 34.52.772 zijn op 14 februari 2011 twee contante geldopnames gedaan: een bedrag van € 10.000,- bij een postkantoor in Arnhem en een bedrag van € 2.000,- bij een postkantoor in Zevenaar.
Aldus is van de rekeningen [0001] , [0004] , [0006] en [0003] een totaalbedrag van € 85.500,- contant opgenomen. De rekeningnummers [0001] , en [0004] , en [0006] en [0003] zijn alle op naam gesteld van [betrokkene 3] .
(...)
Van enig misdrijf afkomstig:
De medewerker [betrokkene 6] van OHRA Levensverzekeringen NV heeft verklaard op verzoek van twee mannen twee vrijwaringsaktes betreffende de vrijkomende lijfrentepolissen van twee klanten te hebben vervalst door bewust het rekeningnummer van [betrokkene 3] , [0001] , in plaats van de rekeningnummers van de rechthebbenden te vermelden. Naar het oordeel van de rechtbank heeft deze valsheid in geschrifte ten grondslag gelegen aan de storting van een totaalbedrag van (afgerond) € 283.879,- op de rekening [0001] ten name van [betrokkene 3] .
Verklaring [betrokkene 3] :
[betrokkene 3] heeft verklaard door verdachte te zijn overgehaald om zijn bankrekening ter beschikking te stellen voor de storting van een groot geldbedrag. Met betrekking tot dit doeleinde heeft hij, met uitzondering van zijn zakelijke rekening (rekeningnummer [0007] ), de bankrekeningnummers, bankpassen en inlogcodes van zijn bankrekeningen aan verdachte afgegeven. [betrokkene 3] heeft voorts verklaard dat hij de hiervoor vermelde contante opnames bij pinautomaten, bankfilialen en bij het casino heeft gedaan. Na elke geldopname moest hij het gepinde geld en de bankpas aan verdachte afgeven. [betrokkene 3] verklaart zelf uiteindelijk € 5.000,- aan de geldopnames te hebben overgehouden.
Ondersteuning van de verklaring van [betrokkene 3] met betrekking tot de rol van verdachte:
(...)
* gebruik IP adres [0002] :
De rekening [0001] werd op 11 februari 2011 veelvuldig geraadpleegd vanuit het IP-adres [0002] verbonden aan het adres [a-straat 1] te Sint-Job-in-'t-Goor , België. Voorts zijn vanuit dit IP-adres op 11 februari 2011, als vermeld bij de vaststaande feiten, twee overboekingen gedaan. De vraag is dan wie van dit IP-adres gebruik heeft gemaakt en de opdrachten heeft gegeven. Het IP-adres staat op naam van verdachtes broer [betrokkene 4] .
De rechtbank constateert dat verdachte zeer wisselende verklaringen aflegt over de plaats waar hij zich op 11 februari 2011 bevond. Verdachte heeft bij de politie onder meer verklaard dat hij met [betrokkene 3] naar een sauna in België is gegaan, waarna vervolgens [betrokkene 3] in de woning van zijn broer [betrokkene 4] op internet zou hebben ingelogd omstreeks 15.00 uur. Geconfronteerd met het gegeven dat op dit adres is ingelogd om 18.38 en 18.47 uur, blijft verdachte erbij dat hij en [betrokkene 3] die dag om 18.00 uur weer terug in Zevenaar waren. Aldus spreekt verdachte zichzelf in een en hetzelfde verhoor tegen.
Op een later moment verklaart verdachte bij de politie dat hij niet weet of [betrokkene 3] op internet heeft ingelogd en ter terechtzitting verklaart verdachte dat hij nooit met [betrokkene 3] in België is geweest. Verdachte ontkent ter terechtzitting ook zelf op 11 februari 2011 in België te zijn geweest. [betrokkene 3] heeft verklaard dat hij op 11 februari 2011 niet in België is geweest. Hij maakt alleen gebruik van internetbankieren vanuit zijn bedrijf (IP-adres [0008] ten name van [betrokkene 7] ). De rechtbank stelt vast dat de verklaring van [betrokkene 3] over zijn afwezigheid in België wordt ondersteund door de analyse van het telefoonnummer van [betrokkene 3] , 06- [...] op 11 februari 2011. Uit het onderzoek naar diens telefoon kan worden afgeleid dat de telefoon van [betrokkene 3] zich op 11 februari 2011 tussen 01.26 uur en 23.22 uur bevond in Zevenaar. Vanaf 23.23.33 uur verplaatst het toestel zich naar Bemmel, Nijmegen in de richting van Lent.
* gebruik laptop van verdachte:
De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van [betrokkene 3] over de rol van verdachte voorts wordt ondersteund door de bevindingen uit het onderzoek naar de Acer laptop en Toshiba laptop die gedurende de doorzoeking aan de [b-straat 2] te Zevenaar zijn aangetroffen. Uit onderzoek naar de aangetroffen laptops volgt dat met behulp van de Acer laptop herhaaldelijk de rekening [0001] ten name van [betrokkene 3] is geraadpleegd. Daarbij is gebruik gemaakt van de gebruiksnaam [verdachte] . De rechtbank constateert dat de Acer laptop ook is gebruikt om de rekening [0003] ten name van [betrokkene 3] te raadplegen. Voorts leidt de rechtbank uit het onderzoek af dat met behulp van de Toshiba laptop de rekening [0001] ten name van [betrokkene 3] is geraadpleegd. Ter zitting heeft verdachte ontkend dat de Acer laptop van hem is, waar hij bij de politie heeft verklaard dat hij een nieuwe en een tweedehandscomputer heeft liggen in de woning aan de [b-straat 2] .
* gebruik IP-adressen [0009] en [0005] :
De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van [betrokkene 3] eveneens wordt ondersteund door het feit dat diens rekening [0003] is geraadpleegd vanuit de IP-adressen [0009] en [0005] . Het IP-adres [0009] is op naam gesteld van [betrokkene 4] , [b-straat 2] te Zevenaar . Zoals beschreven in dit overzicht, staat het IP-adres [0005] op naam van [betrokkene 5] , wonende aan de [b-straat 1] te Zevenaar . Gedurende de doorzoeking in de woning aan de [b-straat 2] , ten aanzien waarvan de rechtbank uit gaat dat verdachte daar ten tijde van het tenlastegelegde regelmatig verbleef, werd één onbeveiligd draadloos netwerk geconstateerd. Het signaal van dit werk was het sterkste voor de deur van perceel [b-straat 1] . Getuige [betrokkene 5] bevestigt dat ook zij in februari 2011 een onbeveiligde draadloze internetverbinding had. Zoals beschreven is met behulp van het IP-adres van [betrokkene 5] ook een bedrag van € 9.000,- overgeboekt van rekening [0001] naar [0004] .
Verdachte verklaart bij de politie over de woning aan de [b-straat 2] als zijn "thuis". Ter terechtzitting verklaart verdachte soms in de woning aan de [b-straat] te overnachten. De rechtbank gaat ervan uit dat verdachte regelmatig aan de [b-straat 2] te Zevenaar verbleef, aangezien in de woning tevens een kluis en een laptop zijn aangetroffen, waarvan verdachte bij de politie heeft erkend dat deze aan hem toebehoren. Voorts leidt de rechtbank uit het dossier af dat verdachte zich reeds eerder heeft voorgedaan als [betrokkene 4] . Op 5 juli 2011 immers, heeft verdachte zich bij de politie door middel van een geldig rijbewijs voorzien van nummer [0010] gelegitimeerd als [betrokkene 4] . Verdachte bevestigt ook dat het gaat om een vervalst rijbewijs. Uit dactyloscopisch onderzoek is gebleken dat verdachte niet [betrokkene 4] , maar [verdachte] was.
Op grond van de verklaring van [betrokkene 3] , het feit dat verdachte regelmatig in de woning aan de [b-straat 2] te Zevenaar verbleef, verdachte zich reeds eerder als [betrokkene 4] heeft voorgedaan en heeft erkend dat zijn internetaansluiting van UPC op naam van zijn broer [betrokkene 4] staat, is de rechtbank van oordeel dat het verdachte is geweest die met behulp van de Acer laptop en Toshiba laptop en de IP-adressen [0002] , [0009] en [0005] de bankrekeningen van [betrokkene 3] heeft geraadpleegd, vanuit het IP-adres van [betrokkene 5] een bedrag van € 9.000,- heeft overgeboekt en vanuit het IP-adres [0002] in België twee overboekingen heeft verricht. De verklaring van verdachte dat [betrokkene 3] wel eens bij hem op de [b-straat] is geweest om gebruik te maken van het internet op de computer in de woonkamer, acht de rechtbank niet aannemelijk. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij [betrokkene 3] slechts oppervlakkig kent en de rechtbank acht het onwaarschijnlijk dat verdachte een kennis om 7.11 uur de rekening [0001] laat raadplegen. Daarnaast acht de rechtbank het gebruik van diverse IP-adressen door [betrokkene 3] onaannemelijk, gelet op de omstandigheid dat de bankrekeningen van [betrokkene 3] reeds werden gebruikt voor de stortingen door OHRA Levensverzekeringen NV en daarmee het spoor reeds direct naar hem zou leiden zodat [betrokkene 3] op zichzelf niet was gebaat bij het versluieren van het internetbankieren.
Tussenconclusie:
De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van [betrokkene 3] voldoende wordt ondersteund en dat verdachte [betrokkene 3] heeft overgehaald om zijn bankrekening ter beschikking te stellen voor de storting van een groot geldbedrag. Daarbij heeft verdachte de beschikking gekregen over de bankrekeningnummers, bankpassen en inlogcodes van [betrokkene 3] . Dit maakt dat verdachte zeggenschap had over de bankrekeningen van [betrokkene 3] en daarmee in nauwe en bewuste samenwerking met [betrokkene 3] het geldbedrag van OHRA Levensverzekeringen NV ter hoogte van € 283.879,- heeft verworven en voorhanden heeft gehad. Voorts is de rechtbank van oordeel dat [betrokkene 3] de contant opgenomen bedragen tot een totaal van € 85.500,-, in de periode van 11 tot en met 14 februari 2011 aan verdachte heeft afgegeven.
Wetenschap:
[betrokkene 3] heeft bij de politie verklaard dat verdachte wist van de storting van een groot geldbedrag. Dit wordt ondersteund door de omstandigheid dat verdachte middels de IP-adressen [0009] , [0002] en [0005] , de rekening van [betrokkene 3] ( [0001] ) op zowel 11 februari als 14 februari 2011, de dagen waarop door OHRA Levensverzekeringen NV de bedragen € 127.611, 88 en € 156.267,41 werden gestort, veelvuldig raadpleegde.
Voorts hebben op 11 februari 2011 direct veel overboekingen en pintransacties plaatsgevonden. Gelet op het voorgaande, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte wist van de stortingen van de geldbedragen door OHRA Levensverzekeringen NV en de criminele herkomst van het totaalbedrag van € 283.879,-."