Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van de middelen
3.Beslissing
26 september 2017.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een militaire strafzaak waarin de verdachte in cassatie is gegaan tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 7 april 2016. De zaak betreft mishandeling met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg, zoals gedefinieerd in artikel 300.2 van het Wetboek van Strafrecht, en mishandeling volgens artikel 300.1 van hetzelfde wetboek. De verdachte heeft middelen van cassatie voorgesteld, waarbij de advocaat N. Gonzalez Bos optreedt namens de verdachte. De Advocaat-Generaal A.J. Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft op 26 september 2017 geoordeeld dat de middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat inhoudt dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van de verdachte verworpen, waarmee het eerdere oordeel van het Gerechtshof in stand blijft.
De uitspraak is gedaan door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, samen met de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting. De zaak is geregistreerd onder nummer S 16/02621.