ECLI:NL:HR:2017:2362

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 september 2017
Publicatiedatum
14 september 2017
Zaaknummer
17/01997
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot herziening van een eerder arrest met betrekking tot griffierecht en ontvankelijkheid

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 september 2017 uitspraak gedaan over een verzoek tot herziening van een eerder arrest van 10 maart 2017. De belanghebbende, een persoon uit Marokko, had verzocht om herziening van het arrest met nummer 16/03953, ECLI:NL:HR:2017:391. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de belanghebbende geen domicilie in Nederland heeft gekozen en dat hij niet tijdig het verschuldigde griffierecht heeft betaald. De griffier van de Hoge Raad had de belanghebbende op 24 mei 2017 gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en een termijn van vier weken gesteld. Ondanks ontvangst van deze brief heeft de belanghebbende het griffierecht niet binnen de gestelde termijn voldaan. De Hoge Raad concludeert dat het verzoek tot herziening op grond van artikel 8:41, lid 6, tweede volzin, in verbinding met artikel 8:119, lid 2, van de Awb niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Tevens is er geen bewijs dat de belanghebbende in november 2016 griffierecht heeft betaald voor de procedure met nummer 16/03953, waardoor er geen reden is om het eerdere arrest vervallen te verklaren. De Hoge Raad heeft geen termen gezien voor een veroordeling in de proceskosten en heeft besloten het betaalde griffierecht van € 124 aan de belanghebbende terug te geven.

Uitspraak

15 september 2017
Nr. 17/01997
Arrest
gewezen op het verzoek van
[X]te
[Z], Marokko (hierna: belanghebbende) tot herziening van het arrest van de
Hoge Raad der Nederlandenvan 10 maart 2017, nr. 16/03953, ECLI:NL:HR:2017:391.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het verzoek tot herziening

Belanghebbende heeft niet domicilie gekozen in Nederland.
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 24 mei 2017 gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en voor de betaling een termijn van vier weken gesteld. Blijkens de hierna te noemen brief van belanghebbende van 19 juni 2017 is deze brief door belanghebbende ontvangen. Het griffierecht is niet binnen de gestelde termijn voldaan.
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 26 juni 2017, welke brief eveneens per gewone post is verzonden aan het door belanghebbende opgegeven adres in het buitenland, in de gelegenheid gesteld binnen vier weken na dagtekening van deze brief mee te delen waarom het griffierecht niet tijdig is betaald. Hetgeen belanghebbende in zijn brieven van 19 juni 2017 en 10 juli 2017 aanvoert, vormt geen grond voor het oordeel dat belanghebbende niet in verzuim is geweest. Het verzoek tot herziening moet derhalve op grond van artikel 8:41, lid 6, tweede volzin, in verbinding met artikel 8:119, lid 2, van de Awb niet-ontvankelijk worden verklaard.
Aan het vorenstaande wordt het volgende toegevoegd. Uit bij het Landelijk Diensten Centrum voor Rechtspraak te Utrecht ingewonnen informatie is niet gebleken dat belanghebbende in november 2016 in contanten een bedrag aan griffierecht heeft betaald ter zake van de procedure met nummer 16/03953. Er bestaat daarom evenmin reden het arrest waarvan herziening wordt verzocht, vervallen te verklaren.

2.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het verzoek tot herziening niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en M.E. van Hilten, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 15 september 2017.
Het door belanghebbende op 16 augustus 2017 als griffierecht betaalde bedrag van € 124 wordt door de Griffier van de Hoge Raad aan belanghebbende teruggegeven.