ECLI:NL:HR:2017:211

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 februari 2017
Publicatiedatum
9 februari 2017
Zaaknummer
15/04712
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuurdersaansprakelijkheid en verkoop activa zonder statutaire goedkeuring

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 februari 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door Attitude Group B.V. en andere eisers tegen Multi Business Solutions Holding B.V. en andere verweersters. De zaak betreft bestuurdersaansprakelijkheid in het kader van artikel 2:9 BW en artikel 6:162 BW, waarbij de vraag centraal staat of de bestuurders van Attitude Group B.V. persoonlijk ernstig verwijtbaar hebben gehandeld door activa te verkopen zonder statutaire goedkeuring en belastingteruggaaf te incasseren die toekwam aan een andere BV.

De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Utrecht en het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De eisers hebben beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, dat hen in het ongelijk had gesteld. De Advocaat-Generaal heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd. De klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, zijn door de Hoge Raad niet gegrond bevonden, en het beroep is verworpen zonder nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De Hoge Raad heeft de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die zijn begroot op een totaal van € 8.724,34, bestaande uit verschotten en salaris voor de advocaat. Deze uitspraak bevestigt de eerdere oordelen van de lagere rechters en onderstreept de strikte eisen die aan bestuurders worden gesteld met betrekking tot hun verantwoordelijkheden en de noodzaak van statutaire goedkeuring bij belangrijke besluiten.

Uitspraak

10 februari 2017
Eerste Kamer
15/04712
LZ/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. ATTITUDE GROUP B.V.,
gevestigd te Utrecht,
2. ATTITUDE BEHEER MAATSCHAPPIJ B.V.,
gevestigd te Utrecht,
3. [eiseres 3],
gevestigd te [vestigingsplaats],
4. [eiser 4],
wonende te Amstelveen,
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. M.A.M. Wagemakers,
t e g e n
1. MULTI BUSINESS SOLUTIONS HOLDING B.V.,
gevestigd te Beverwijk,
2. [verweerster 2],
wonende te [woonplaats],
3. ATTITUDE PRODUCTS B.V.,
gevestigd te Leusden,
VERWEERDERS in cassatie,
advocaat: mr. J. den Hoed.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als AG c.s. en MBSH c.s.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak C/16/316317/ HA ZA 11-1962 van de rechtbank Utrecht van 4 april 2012 en 28 november 2012 en van de rechtbank Midden-Nederland van 6 maart 2013;
b. het arrest in de zaak 200.126.407 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 30 juni 2015.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof hebben AG c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
MBSH c.s. hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal T. Hartlief strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van AG c.s. heeft bij brief van 21 december 2016 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt AG c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van MBSH c.s. begroot op € 6.524,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren C.A. Streefkerk, G. Snijders, G. de Groot en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
10 februari 2017.