Uitspraak
gevestigd te [vestigingsplaats],
gevestigd te Amstelveen,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
14 juli 2017.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 juli 2017 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [eiseres] tegen KPMG Accountants N.V. Het beroep in cassatie was ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 29 maart 2016. De Hoge Raad verwijst naar eerdere arresten en vonnissen die aan deze zaak ten grondslag liggen, waaronder vonnissen van de rechtbank te Groningen en arresten van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De kern van de zaak betreft de gestelde beroepsfouten van de accountants en de vraag of er tijdig is geklaagd over deze fouten, evenals de toepassing van een exoneratiebeding.
De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden en dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad het beroep verwerpt.
Daarnaast heeft de Hoge Raad [eiseres] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van KPMG zijn begroot op een totaal van € 8.790,34, bestaande uit verschotten en salaris voor de advocaat. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot.