De door de verweerder op 29 januari 2016 uitgebrachte verklaring houdt het volgende in:
“1. Inleiding
1. Mijn naam is [verweerder]. De afgelopen 38 jaar ben ik werkzaam geweest in de rechtspraak. In totaal ben ik vijftien jaar raadsheer geweest in de Hoge Raad, waarvan ruim vier jaar tevens als waarnemend Advocaat-Generaal. Ik ben vijftien jaar verbonden geweest aan het Gerechtshof te Arnhem, waarvan zes jaar als vicepresident en twee jaar als president. Gedurende acht jaar ben ik werkzaam geweest als rechter in de rechtbank Arnhem. Ik ben als hoogleraar geschillenbeslechting verbonden geweest aan de Radboud Universiteit van Nijmegen van 2012 tot 2015. Ik heb ruime praktijkervaring met procesrecht, vanuit mijn posities in de rechterlijke macht, in de rechtswetenschap en als co-auteur van standaardwerken over Nederlands procesrecht.
2. Mijn CV sluit ik bij als annex 1.
3. Ik ben gevraagd door Liedekerke Wolters Waelbroeck Kirkpatrick, de advocaten die namens Yukos Universal Limited optreden, een verklaring op te stellen over de Nederlandse procedure voor vernietiging van arbitrale vonnissen, de Nederlandse vernietigingsgronden en de slagingskans van de thans in Nederland aanhangige vernietigingsprocedure tussen Hulley Enterprises Limited, Veteran Petroleum Limited en Yukos Universal Limited (hierna samen, “HVY”) en de Russische Federatie.
4. Ter voorbereiding van mijn verklaring hebben de advocaten van HVY mij voorzien van de volgende stukken uit de arbitrages tussen HVY en de Russische Federatie (de "Arbitrages") en de daaropvolgende vernietigingsprocedure voor de rechtbank Den Haag:
• Het Arbitrale Tussenvonnis van Hulley Enterprises Limited - naar ik heb begrepen is dit op alle relevante onderdelen gelijk aan het Arbitrale Tussenvonnis van Yukos Universal Limited;
• Het Arbitrale Eindvonnis van Hulley Enterprises Limited - naar ik heb begrepen is dit op alle relevante onderdelen gelijk aan het Arbitrale Eindvonnis van Yukos Universal Limited;
• De Dagvaarding van de Russische Federatie van 10 november 2014 (zonder producties);
• De Conclusie van Antwoord van HVY van 20 mei 2015 (zonder producties);
• De Conclusie van Repliek van 16 september 2015 (zonder producties);
• De Conclusie van Dupliek van 16 december 2015 (zonder producties); en,
• Het (Instructie-)vonnis van de Rechtbank Den Haag van 8 juli 2015.
In het navolgende zal ik eerst een algemene beschrijving geven van de Nederlandse procedure voor vernietiging van Arbitrale vonnissen (onderdeel 2). Daarna ga ik in op de Nederlandse gronden voor vernietiging van arbitrale vonnissen en de uitleg daarvan in de rechtspraak (onderdeel 3). Tot slot geef ik - zeer kort - mijn persoonlijke oordeel over de vernietigingsprocedure tussen HVY en de Russische Federatie evenwel zonder in te gaan op de door de Russische Federatie ingeroepen gronden voor vernietiging (onderdeel 4).”