In deze zaak heeft belanghebbende beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 10 februari 2017, nr. 16/00086. Dit hoger beroep was gericht tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant (nr. SHE 15/1675) die betrekking had op een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd door de gemeente Eindhoven. De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld, maar deze konden niet leiden tot cassatie. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten geen nadere motivering behoefden, aangezien ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft ook geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard, en dit arrest is openbaar uitgesproken op 23 juni 2017.