ECLI:NL:HR:2017:1007

Hoge Raad

Datum uitspraak
2 juni 2017
Publicatiedatum
1 juni 2017
Zaaknummer
16/02403
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurrechtelijke geschillen over herstelkosten en huurprijsvermindering

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 juni 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Beleggings- en Exploitatiemaatschappij Nieuwburen B.V. en D.E.M. Management Services B.V. Het geschil betreft huurrechtelijke kwesties, specifiek de vraag of de verhuurder aansprakelijk is voor de kosten van herstel van gebreken die door de huurder zijn gemaakt. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken van de kantonrechter en het gerechtshof, waar Nieuwburen in eerste instantie in het gelijk is gesteld. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van Nieuwburen in cassatie niet tot een andere uitkomst kunnen leiden. De Hoge Raad verwerpt het beroep en legt de proceskosten op aan Nieuwburen, die in totaal € 8.790,34 aan kosten moet vergoeden aan DEM. De uitspraak is gedaan in het kader van artikel 81 lid 1 RO, waarbij de Hoge Raad geen nadere motivering geeft omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

2 juni 2017
Eerste Kamer
16/02403
TT/LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
BELEGGINGS- EN EXPLOITATIEMAATSCHAPPIJ NIEUWBUREN B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. M.J. van Basten Batenburg,
t e g e n
D.E.M. MANAGEMENT SERVICES B.V.,
gevestigd te Haarlem,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. E.M. Tjon-En-Fa.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Nieuwburen en DEM.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 449808/CV EXPL 09-15232 van de kantonrechter te Haarlem van 26 mei 2011;
b. de arresten in de zaak 200.093.267/01 van het gerechtshof Amsterdam van 28 januari 2014 en 8 december 2015.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen de arresten van het hof heeft Nieuwburen beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
DEM heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

3.Beoordeling van de middelen

De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Nieuwburen in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van DEM begroot op € 6.590,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, G. Snijders en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
2 juni 2017.