ECLI:NL:HR:2016:761

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 april 2016
Publicatiedatum
28 april 2016
Zaaknummer
15/00379
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige daad en schadestaatprocedure na veroordeling wegens onrechtmatige uitlatingen in TV-reportage

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 april 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door de vereniging AVROTROS, rechtsopvolgster van de vereniging TROS. De zaak betreft een schadestaatprocedure die volgde op een eerdere veroordeling wegens onrechtmatige uitlatingen in een TV-reportage. De Hoge Raad heeft de eerdere arresten van het gerechtshof Amsterdam, die de veroordeling bevestigden, in cassatie beoordeeld. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van TROS niet tot cassatie konden leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft de eisers in cassatie, TROS, veroordeeld in de kosten van het geding, die zijn begroot op € 6.467,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is gedaan door een vijfkoppige kamer, onder leiding van vice-president F.B. Bakels, en is openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot.

Uitspraak

29 april 2016
Eerste Kamer
15/00379
RM/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
De vereniging met volledige rechtsbevoegdheid AVROTROS (rechtsopvolgster van de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid TROS, mede handelend onder de naam TROS),
gevestigd te Hilversum,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. K. Aantjes,
t e g e n
1. [verweerster 1],
gevestigd te [vestigingsplaats],
2. [verweerster 2],
3. [verweerder 3],
beiden wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
advocaat: mr. M.W. Scheltema.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Tros en [verweerder] c.s.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 405840/HA ZA 08-2334 van de rechtbank Amsterdam van 31 december 2008, 8 april 2009, 21 oktober 2009 en 29 juni 2011;
b. de arresten in de zaak 200.096.055/01 van het gerechtshof Amsterdam van 10 september 2013 en 21 oktober 2014.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen beide arresten van het hof heeft Tros beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[verweerder] c.s. hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping.
De advocaat van Tros heeft bij brief van 11 maart 2016 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Tros in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] c.s. begroot op € 6.467,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.B. Bakels als voorzitter en de raadsheren C.A. Streefkerk, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek en C.E. du Perron, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
29 april 2016.