ECLI:NL:HR:2016:526

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 maart 2016
Publicatiedatum
29 maart 2016
Zaaknummer
15/02266
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de beslissing tot onttrekking aan het verkeer van een computer in verband met onduidelijkheid over strafbaar feit

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 maart 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beschikking van de Rechtbank Oost-Brabant. De zaak betreft de onttrekking aan het verkeer van een computer die in verband zou staan met strafbare feiten. De klager, geboren in 1971, had beroep in cassatie ingesteld tegen de beslissing van de Rechtbank, die op 20 februari 2015 had geoordeeld dat de computer vatbaar was voor onttrekking aan het verkeer. De Rechtbank had vastgesteld dat de computer afbeeldingen bevatte die als strafbaar konden worden aangemerkt, maar de Hoge Raad oordeelde dat de beslissing van de Rechtbank niet begrijpelijk was. Er werd niet duidelijk gemaakt met welk strafbaar feit de computer in verband stond, noch waarom het ongecontroleerde bezit van de computer in strijd zou zijn met de wet of het algemeen belang. De Advocaat-Generaal G. Knigge had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking, en de Hoge Raad volgde deze conclusie. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van de Rechtbank, maar alleen voor zover deze betrekking had op de onttrekking aan het verkeer van de computer. De zaak werd terugverwezen naar de Rechtbank Oost-Brabant voor een nieuwe behandeling van de vordering.

Uitspraak

29 maart 2016
Strafkamer
nr. S 15/02266 B
AGE/KD
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, van 20 februari 2015, nummer RK 14/2116, gegeven op een vordering als bedoeld in art. 552f Sv, in de zaak van:
[klager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft O.O. van der Lee, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking voor zover die betrekking heeft op de inbeslaggenomen computer, in zoverre tot zodanige beslissing met betrekking tot verwijzing of terugwijzing als de Hoge Raad gepast zal voorkomen.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel klaagt dat de beslissing van de Rechtbank tot onttrekking aan het verkeer van de computer onbegrijpelijk is.
2.2.
Het oordeel van de Rechtbank houdt, voor zover in cassatie van belang, het volgende in:
"De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat de computer (met daarop rond de 18.000 afbeeldingen van seksuele gedragingen van jongere vrouwen waarvan de leeftijd rond de 18 jaren oud werd geschat) en de HD schijf Packard Bell (met daarop 27 afbeeldingen welke als strafbare afbeeldingen werden beoordeeld krachtens artikel 240b Sr.) vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, aangezien voornoemde goederen in verband staan met een gepleegd strafbaar feit en het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en/of het algemeen belang. De rechtbank zal de vordering van de officier van justitie ten aanzien van deze goederen toewijzen."
2.3.
Het oordeel van de Rechtbank dat de computer vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer is niet begrijpelijk, reeds omdat uit die beslissing van de Rechtbank niet blijkt met welk strafbaar feit de computer in verband staat of waarom de computer van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
2.4.
Het middel is terecht voorgesteld.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden beschikking niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.
4 Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden beschikking maar uitsluitend wat betreft de beslissing ter zake van de onttrekking aan het verkeer van de computer;
wijst de zaak terug naar de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, opdat de zaak in zoverre op de bestaande vordering opnieuw wordt behandeld en afgedaan.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
29 maart 2016.