Uitspraak
Turbu.com B.V.te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof te ’s-Hertogenboschvan 25 februari 2011, nr. 07/00436.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 maart 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met nummer 11/01551. De zaak betreft een geschil over de toepassing van het nultarief voor intracommunautaire leveringen van mobiele telefoons, in het kader van een onderzoek naar mogelijke betrokkenheid bij btw-fraude. De Hoge Raad heeft eerder, in een arrest van 8 maart 2013, een prejudiciële vraag gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. Dit leidde tot een arrest van het Hof op 18 december 2014, waarin de vraag niet-ontvankelijk werd verklaard. Zowel de belanghebbende als de Staatssecretaris hebben gereageerd op de conclusie van de Advocaat-Generaal C.M. Ettema in een andere zaak. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling geconcludeerd dat de uitspraak van het Hof niet in stand kan blijven en dat er een verwijzing moet plaatsvinden. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat indien het verwijzingshof vaststelt dat de belanghebbende wist of had moeten weten van de btw-fraude, het nultarief geweigerd moet worden. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie gegrond verklaard, de uitspraak van het Hof vernietigd en het geding verwezen naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor verdere behandeling. Tevens is de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten en is de vergoeding van griffierecht aan de belanghebbende gelast.