ECLI:NL:HR:2016:2991

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 december 2016
Publicatiedatum
22 december 2016
Zaaknummer
15/05298
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over legitieme portie en waardering van grond in pachtprocedures

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 december 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende het erfrecht, specifiek de legitieme portie. De eiseres, wonende in Duitsland, heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat op 30 juni 2015 was gewezen. De zaak betreft de waardering van grond in verpachte of onverpachte staat en de betekenis van een vonnis in een pachtprocedure waarbij de legitimaris niet betrokken was. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Roermond en arresten van het gerechtshof, die aan deze zaak zijn gehecht. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, en de Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd. De klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, zijn door de Hoge Raad niet gegrond bevonden, en de Hoge Raad heeft geoordeeld dat deze klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 4.208,34.

Uitspraak

23 december 2016
Eerste Kamer
15/05298
LZ/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiseres],
wonende te [woonplaats], Duitsland,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. J.H. van Gelderen,
t e g e n
1. [verweerster 1],
wonende te [woonplaats],
2. [verweerster 2],
wonende te [woonplaats],
3. [verweerster 3],
wonende te [woonplaats],
4. [verweerster 4],
wonende te [woonplaats],
5. [verweerder 5],
wonende te [woonplaats],
6. [verweerster 6],
wonende te [woonplaats],
7. [verweerder 7],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
advocaat: mr. H.J.W. Alt.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en [verweerders]

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak C/04/103315/ HA ZA 10-656 van de rechtbank Roermond van 16 februari 2011, 7 december 2011, 22 augustus 2012, 14 november 2012 en van de rechtbank Limburg van 23 oktober 2013;
b. de arresten in de zaken HD 200.141.370/01 en HD 200.141.089/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 17 juni 2014 en 30 juni 2015.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof van 30 juni 2015 heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[verweerders] hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep en vorderen wettelijke rente over de toe te wijzen proceskosten.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor [verweerders] mede door mr. W.A. Jacobs. De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerders] begroot op € 2.008,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.A. Streefkerk en C.E. du Perron, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
23 december 2016.