Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
20 december 2016.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 13 oktober 2015 uitspraak deed in een strafzaak tegen een verdachte die was vrijgesproken van bedreiging door een agent met diens dienstpistool. De Hoge Raad heeft op 20 december 2016 het beroep in cassatie verworpen. De Advocaat-Generaal bij het Hof had een middel van cassatie voorgesteld, maar de raadsman van de verdachte, D.P. Hein, heeft het beroep tegengesproken. De Advocaat-Generaal P.C. Vegter concludeerde tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat het middel niet tot cassatie kon leiden en dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Het arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en E.F. Faase, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.