ECLI:NL:HR:2016:2682

Hoge Raad

Datum uitspraak
25 november 2016
Publicatiedatum
24 november 2016
Zaaknummer
16/02917
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen uitspraak vennootschapsbelasting door [X] B.V. en beoordeling van het middel

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 november 2016 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [X] B.V. (voorheen [A] B.V.) tegen een uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de aan [X] B.V. opgelegde aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 2009. De uitspraak van het Gerechtshof, gedateerd 28 april 2016, had betrekking op het hoger beroep van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard, waarbij het middel dat door belanghebbende was voorgesteld niet tot cassatie kon leiden. Dit werd onderbouwd met de overweging dat het middel geen rechtsvragen opriep die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling, zoals vereist volgens artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Staatssecretaris van Financiën had een verweerschrift ingediend, maar de Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de vice-president en de raadsheren.

Uitspraak

25 november 2016
Nr. 16/02917
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X] B.V. (voorheen [A] B.V.)te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof 's-Hertogenboschvan 28 april 2016, nr. 14/00506, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nr. AWB 12/7610) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2009 opgelegde aanslag in de vennootschapsbelasting.

1.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 25 november 2016.