In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 november 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de indeling van digitale opslagapparaten, ook wel bekend als screenplays, onder de Gecombineerde Nomenclatuur. De zaak betreft een beroep in cassatie van Sprengen/Pakweg Douane B.V. tegen een eerdere uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 24 oktober 2013. De Hoge Raad had eerder, in een arrest van 6 februari 2015, vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie over de juiste tariefindeling van deze apparaten. Op 14 juli 2016 heeft het Hof van Justitie in zijn arrest (C-97/15) geoordeeld dat de screenplays, die zijn ontworpen voor de opslag en weergave van multimediabestanden, moeten worden ingedeeld onder post 8521 van de Gecombineerde Nomenclatuur.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling de conclusies van het Hof van Justitie gevolgd en vastgesteld dat de indeling van de screenplays in post 8521 90 00 correct is. De middelen van de belanghebbende zijn verworpen, en de Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van het Hof van Justitie en biedt duidelijkheid over de douanerechten die van toepassing zijn op deze digitale apparaten.